zondag 1 februari 2009

Column 6: Kansen voor klassieke liturgie

(De columns in CV/Koers - nu De Nieuwe Koers -verschenen in 2008-2009)

In de Jeruzalemkerk geloven we, dat onze kerkdiensten het belangrijkste portaal vormen om binnen te komen in de gemeente. Ook de Alpha-Cursus heeft die functie, net als de activiteiten van Juni Kunstmaand, maar we geloven echt dat het toch vooral de kerkdiensten zijn die mensen een laagdrempelige mogelijkheid bieden kennis te maken met de gemeente en het geloof. En dit geldt voor zowel kerkelijke als niet-kerkelijke mensen.

Wanneer je dit gelooft, moet je echter wel goed nadenken over de vorm en de inhoud van je diensten en dat doen wij dan ook voortdurend. Daarbij was het voor ons bijzonder om te ontdekken, dat een dienst met een klassiek-gereformeerde basis inclusief een aantal klassieke elementen als orgel, toga en ambtsdragers in pak in Amsterdam heel wervend kan zijn. Dit was dáárom zo verrassend, omdat veel andere gemeenten juiste geloven dat alleen diensten die geheel op een nieuwe leest geschoeid worden laagdrempelig kunnen zijn.
Nu is het natuurlijk wel zo, dat niet alles bij het oude is gebleven in onze diensten. De belangrijkste vernieuwing is wel, dat we inmiddels bijna iedere zondagmorgen naast orgelbegeleiding ook begeleiding van onze bands (we hebben er, vanwege een overvloed aan talent, inmiddels twee) hebben. Al met al zingen ze we zo allerlei liederen naast elkaar: Psalmen (soms ook in de Oude Berijming), Gezangen, Opwekkingsliederen, Psalmen voor Nu en af en toe een eigen compositie.

Naar mijn diepe overtuiging, is de achterliggende visie daarbij van levensbelang. Want waarom zou je dat eigenlijk zo doen? Om de boel op te leuken? Als een compromis, om de boel bij elkaar te houden? Onze visie komt neer op het volgende. We geloven, dat het in het zingen eerst en vooral gaat om het eren en dienen van God. In het Engels heet dat ‘worship’, een woord waar geen goed Nederlands synoniem voor is, maar wat is afgeleid van ‘worth-ship’. Het gaat dus in het zingen om de ‘waard-ering’ van God. En om dat samen en ieder voor zich echt van harte te kunnen doen, zijn verschillende muzikale stijlen en talen nodig, die elkaar aanvullen. Van musicoloog Cees van Setten leerde ik op een cursus het belang van  ‘blending’: het mengen van stijlen en tradities, waarbij de afzonderlijke elementen proefbaar en herkenbaar blijven maar wel een nieuwe eenheid vormen.


We hebben  de indruk dat veel verschillende mensen in deze liturgie de ruimte vinden om aangesproken te worden en zich te uiten. De klassieke liturgie heeft diepgang en breedte en dat biedt kansen, juist vandaag.