(Deze inleiding hield ik op februari 2010 voor studenten theologie, in hun laatste cursus op het theologisch seminarium Hydepark in Doorn)
Hoe het gegaan is
Ik
heb als predikant altijd wel een missionair hart gehad, maar pas in de loop van
de tijd kreeg het missionaire aspect van mijn predikantschap vorm. In mijn
eerste gemeente (Hulshorst) moest ik het vak leren, daar had ik mijn handen aan
vol, maar ik was altijd wel erg geïnteresseerd in de mensen van de rand.
In
Gouda begon ik als gewoon gemeentepredikant, een taak die in Gouda de prediking
centraal heeft staan. De komst en het succes van de Alpha Cursus stelde ons als
gemeente echter voor indringende vragen over drempels voor zoekers. Er werd een
missionair team gevormd, waarin deze vragen grondig werden bestudeerd. Ik werd
lid van dat team en ging meer en meer de zich ontwikkelende visie op missionair
gemeentezijn belichamen. Dat was nodig en belangrijk, want alleen zo kon het
missionaire denken werkelijk deel worden van het hart van het gemeentezijn. Ik
heb deze ontwikkeling als een tweede roeping ervaren, bovenop de eerste waarmee
ik naar Gouda werd geroepen.
In
2006 werd ik in Amsterdam beroepen. In de profielschets waren door de gemeente
duidelijke keuzes gemaakt: de nieuwe predikant moest missionair-gemeentepredikant worden. Een predikant, kortom, die een deel van het
klassieke predikantswerk doet, maar een deel van zijn tijd heel nadrukkelijk
met missionair werk in de weer is. Op dat beroep heb ik met hart en ziel ja
gezegd.
Belangrijke en
noodzakelijke voorwaarden om missionair (gemeentepredikant) te kunnen zijn
Onderweg
heb ik het één en ander ontdekt over belangrijke en noodzakelijke voorwaarden
voor een missionair predikantschap. Ik som puntsgewijs wat van die ontdekkingen
op.
-Missionair
predikantschap is geen manier van doen maar een manier van zijn
Al
gaande de weg ontdekte ik, dat een missionaire houding voor mij meer en meer
een deel van mij zelf werd. In die houding kwamen karaktereigenschappen, gevoel
voor cultuur en de nood van de tijd en theologische voeding samen. Meer en meer werd het voor mij vanzelfsprekend
om werkelijk alles in de kerk en mijn werk óók met missionaire ogen te
bekijken. Toen ik me dat eenmaal bewust was, was er geen houden
meer aan. Ook praktische belemmeringen (mijn takenpakket, de andere plichten,
etc) konden niet verhinderen dat ik van binnenuit steeds meer missionair
predikant werd.
-Zonder
een overtuigde keuze van kerkenraad en gemeente gaat het eigenlijk niet
In
Gouda liep ik er tegenaan, dat ik er wel een tweede roeping bij kreeg, maar dat
dit in de praktijk niet voldoende werd verdisconteerd in mijn takenpakket. Voor
alle duidelijkheid: dit is geen verwijt, maar een constatering. Dat het zo liep
lag vooral aan de traagheid waarmee een gemeente kan veranderen in de visie op het predikantschap.
Die traagheid zat trouwens ook in mij zelf, want onbewust vond ik het ook
moeilijk om een aantal klassieke predikantstaken los te laten ten bate van
het missionaire. Het gevolg was wel, dat
ik een aantal jaar voor twee heb gewerkt. In die zin was de overgang naar
Amsterdam een verademing.
-Een
aantal klassieke predikantstaken doe ik niet meer
Ik
doe op dit moment geen ouderenpastoraat, ook geen intensief pastoraat in
crisissituaties. Ook doe ik geen gewone catechese (wel belijdeniscatechese).
Stuk voor stuk waren dit gevoelsmatig geen gemakkelijke keuzes, voor mij zelf
en voor (sommige) gemeenteleden. Maar de keuze kon gemaakt worden, omdat er
vervangers konden worden aangesteld. Mijn voorganger, ds. Chris van Andel, doet
nu het ouderen- en een deel van het crisispastoraat, de jongerencatechese is
ondergebracht bij de Noorderkerk. Ik voel me daar zeer door gedragen.
-Een
aantal nieuwe taken doe ik nu wel
Wat
ik veel doe is netwerken. Ik probeer me zoveel mogelijk buiten de muren van de
gemeente te bewegen in allerlei mogelijke kringen. Dat kost veel tijd, maar die
tijd is ook vrijgemaakt. Ik trek veel tijd uit voor studie, want er is
voortdurend veel te doordenken. Ik draai mee in
cursussen voor zoekers en toetreders, voer gesprekken met de deelnemers
en doordenk wat ik leer. Ik schrijf een weblog, waarin reflecteer over dingen
die ik meemaak in mijn werk. En vooral: ik probeer voorganger te zijn in het
missionair gemeente-zijn en dit te belichamen in alles wat ik doe.
-Ik
ervaar het missionaire accent als kloppend met het Nieuwe Testament
De
ontwikkeling van mijn predikantschap heeft me geleerd met nieuwe ogen naar het
Nieuwe Testament te kijken. Meer en meer ben ik gaan ontdekken dat het hele
Nieuwe Testament door en door missionair gekleurd is. Een missionaire houding
klopt dan ook wonderwel met de geest van het Nieuwe Testament, zelfs ook met geschriften
die in onze traditie toch vooral binnenkerkelijk centraal kwamen te staan (denk
aan de Romeinenbrief). Ik ervaar dit als
een geweldige bevestiging van de weg die ik gegaan ben. Als missionair-gemeentepredikant
ben ik thuisgekomen!