zondag 29 september 2013

Van gewoon tot missionair predikantschap

(Deze inleiding hield ik op februari 2010 voor studenten theologie, in hun laatste cursus op het theologisch seminarium Hydepark in Doorn)


Hoe het gegaan is
Ik heb als predikant altijd wel een missionair hart gehad, maar pas in de loop van de tijd kreeg het missionaire aspect van mijn predikantschap vorm. In mijn eerste gemeente (Hulshorst) moest ik het vak leren, daar had ik mijn handen aan vol, maar ik was altijd wel erg geïnteresseerd in de mensen van de rand.
In Gouda begon ik als gewoon gemeentepredikant, een taak die in Gouda de prediking centraal heeft staan. De komst en het succes van de Alpha Cursus stelde ons als gemeente echter voor indringende vragen over drempels voor zoekers. Er werd een missionair team gevormd, waarin deze vragen grondig werden bestudeerd. Ik werd lid van dat team en ging meer en meer de zich ontwikkelende visie op missionair gemeentezijn belichamen. Dat was nodig en belangrijk, want alleen zo kon het missionaire denken werkelijk deel worden van het hart van het gemeentezijn. Ik heb deze ontwikkeling als een tweede roeping ervaren, bovenop de eerste waarmee ik naar Gouda werd geroepen.
In 2006 werd ik in Amsterdam beroepen. In de profielschets waren door de gemeente duidelijke keuzes gemaakt: de nieuwe predikant moest  missionair-gemeentepredikant worden.  Een predikant, kortom, die een deel van het klassieke predikantswerk doet, maar een deel van zijn tijd heel nadrukkelijk met missionair werk in de weer is. Op dat beroep heb ik met hart en ziel ja gezegd.

Belangrijke en noodzakelijke voorwaarden om missionair (gemeentepredikant) te kunnen zijn
Onderweg heb ik het één en ander ontdekt over belangrijke en noodzakelijke voorwaarden voor een missionair predikantschap. Ik som puntsgewijs wat van die ontdekkingen op.

-Missionair predikantschap is geen manier van doen maar een manier van zijn
Al gaande de weg ontdekte ik, dat een missionaire houding voor mij meer en meer een deel van mij zelf werd. In die houding kwamen karaktereigenschappen, gevoel voor cultuur en de nood van de tijd en theologische voeding samen.  Meer en meer werd het voor mij vanzelfsprekend om werkelijk alles in de kerk en mijn werk óók met missionaire ogen te bekijken.  Toen ik  me dat eenmaal bewust was, was er geen houden meer aan. Ook praktische belemmeringen (mijn takenpakket, de andere plichten, etc) konden niet verhinderen dat ik van binnenuit steeds meer missionair predikant werd.

-Zonder een overtuigde keuze van kerkenraad en gemeente gaat het eigenlijk niet
In Gouda liep ik er tegenaan, dat ik er wel een tweede roeping bij kreeg, maar dat dit in de praktijk niet voldoende werd verdisconteerd in mijn takenpakket. Voor alle duidelijkheid: dit is geen verwijt, maar een constatering. Dat het zo liep lag vooral aan de traagheid waarmee een gemeente kan  veranderen in de visie op het predikantschap. Die traagheid zat trouwens ook in mij zelf, want onbewust vond ik het ook moeilijk om een aantal klassieke predikantstaken los te laten ten bate van het  missionaire. Het gevolg was wel, dat ik een aantal jaar voor twee heb gewerkt. In die zin was de overgang naar Amsterdam  een verademing.

-Een aantal klassieke predikantstaken doe ik niet meer
Ik doe op dit moment geen ouderenpastoraat, ook geen intensief pastoraat in crisissituaties. Ook doe ik geen gewone catechese (wel belijdeniscatechese). Stuk voor stuk waren dit gevoelsmatig geen gemakkelijke keuzes, voor mij zelf en voor (sommige) gemeenteleden. Maar de keuze kon gemaakt worden, omdat er vervangers konden worden aangesteld. Mijn voorganger, ds. Chris van Andel, doet nu het ouderen- en een deel van het crisispastoraat, de jongerencatechese is ondergebracht bij de Noorderkerk. Ik voel me daar zeer door gedragen.

-Een aantal nieuwe taken doe ik nu wel
Wat ik veel doe is netwerken. Ik probeer me zoveel mogelijk buiten de muren van de gemeente te bewegen in allerlei mogelijke kringen. Dat kost veel tijd, maar die tijd is ook vrijgemaakt. Ik trek veel tijd uit voor studie, want er is voortdurend veel te doordenken. Ik draai mee in  cursussen voor zoekers en toetreders, voer gesprekken met de deelnemers en doordenk wat ik leer. Ik schrijf een weblog, waarin reflecteer over dingen die ik meemaak in mijn werk. En vooral: ik probeer voorganger te zijn in het missionair gemeente-zijn en dit te belichamen in alles wat ik doe.

-Ik ervaar het missionaire accent als kloppend met het Nieuwe Testament

De ontwikkeling van mijn predikantschap heeft me geleerd met nieuwe ogen naar het Nieuwe Testament te kijken. Meer en meer ben ik gaan ontdekken dat het hele Nieuwe Testament door en door missionair gekleurd is. Een missionaire houding klopt dan ook wonderwel met de geest van het Nieuwe Testament, zelfs ook met geschriften die in onze traditie toch vooral binnenkerkelijk centraal kwamen te staan (denk aan de Romeinenbrief).  Ik ervaar dit als een geweldige bevestiging van de weg die ik gegaan ben. Als missionair-gemeentepredikant ben ik thuisgekomen!