Missionair gemeentezijn in Amsterdam is een dynamisch
gebeuren. Dynamisch vanwege de dynamiek van de stad, maar ook (en vooral)
vanwege de dynamiek van de Geest van God. Mensen komen in beweging en dat raakt
eigenlijk alles in de gemeente, zoals bijvoorbeeld de ambtsvisie en het
leiderschap.
In centrum Westerwijk lopen we bijvoorbeeld tegen het
volgende aan. Vanuit de bezoekersgroep van het project ‘Thuiskomen’ begint voorzichtig een nieuwe multiculturele geloofsgemeenschap
te ontstaan. Dat stimuleren we ook. Op het moment dat dat gebeurt komen al heel
gauw de verzoeken op gang die bij een gemeente horen: verzoeken om de doop, om
belijdenis, om de viering van het avondmaal. Dat is een prachtige beweging
natuurlijk. Alleen blijkt onze kerkorde niet helemaal op die dynamiek te zijn
ingericht. Onze missionaire werker, die in de ogen van zijn gemeenteleden
natuurlijk gewoon hun pastor is, is kerkordelijk niet bevoegd om deze
handelingen te verrichten. En vooralsnog is er ook geen ruimte om daar
dispensatie voor te vragen. Een predikant invliegen is dus de enige optie. Dat
kan ook wel, maar één nadeel heeft het wel: sommige gemeenteleden zouden dit
wel eens niet kunnen snappen. Nico is toch gewoon hun pastor, die ook met ze
bidt en de Bijbel voor ze uitlegt?
In de Jeruzalemkerk is het vooral de vraag naar het ambt
zélf die op tafel is gekomen. Past de klassieke ambtstructuur nog wel helemaal
bij wat nodig is voor missionair gemeentezijn? Om tegemoet te komen aan de
hierboven beschreven dynamiek is in de afgelopen jaar een ministry-structuur
ontstaan, waarbij op allerlei werkvelden van het gemeentezijn door even zoveel
commissies heel veel werk wordt verzet. Het boeiende daarbij is, dat de
commissies onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad vallen, maar al gaande
de weg wel steeds meer eigen verantwoordelijkheid krijgen. En soms vraag je je af: wat is nu eigenlijk
nog het wezenlijke verschil tussen de kerkenraad en de ministries? Wat maakt
een ambtsdrager anders dan een lid van de commissie eredienst? Al deze vragen
hebben we niet gezocht, maar ze kwamen vanzelf op onze tafel terecht.
Nog niet zo lang geleden ontdekte ik, dat in het boek
Handelingen vormen en structuren van gemeentezijn eigenlijk altijd een antwoord
zijn op de dynamiek van de Heilige Geest. Van statische ambten lijkt al
helemaal geen sprake, wel van een veelheid aan diensten en bedieningen. Diezelfde Geest wil ook
vandaag voorop gaan, met de bedoeling onze diensten zich daarnaar voegen. Hoe
spannend dat is ervaren wij hier dagelijks.