Soms is het fijn als de basics van het
christelijk geloof op een rijtje worden gezet. Dat is zeker fijn voor zoekers
die zich afvragen wat het betekent om christen te worden. Voor je een stap zet,
moet je wel weten waar je je in begeeft, nietwaar? Maar het is net zo goed fijn voor mensen die
al heel lang christen zijn. Even back to basics gaan is van tijd tot tijd nodig
om verder te groeien.
Welnu, de eerste brief van de apostel
Petrus doet precies dát: hij zet, zeker aan het begin van het betoog, de basics
van het christelijk geloof helder op een rij. Hij doet dat voor mensen die vaak
nog niet zo heel lang christen zijn en nog volop aan het zoeken zijn naar hun
nieuwe identiteit. Ze hebben een oud leven achter zich gelaten, zijn een nieuw
leven begonnen, maar nu is de vraag: hoe ziet dat leven eruit? En daar schetst
Petrus dan een paar contouren van.
Ik moet zeggen dat ik het een gouden
greep van het oecumenisch leesrooster vindt om in de periode tussen Pasen en
Pinksteren déze brief te laten lezen. Met Pasen hebben we immers gevierd dat we
vanuit de opstanding van Jezus een nieuw leven mogen beginnen, dat er een
nieuwe wereld is open gegaan. Maar als je er dan over nadenkt wat dat beteken
dan heb je toch meer voeding nodig, gedachten die je de wegwijzen. Nou, dat is
wat deze brief ons biedt: voedsel voor het denken van paaskinderen, van mensen
die met Jezus zijn opgestaan in een nieuw leven. En om dat denken te
vergemakkelijk heb ik 4 thema's uit de lezing van vandaag gedestilleerd. Vier
heel basale thema's over wat het betekent om christen te zijn.
*Het eerste thema is meteen ook echt de
basis, namelijk: wedergeboorte.
Petrus gebruikt die term in vers 23, als hij zijn lezers 'mensen die opnieuw
zijn geboren noemt'. Dat is geen nieuw thema, trouwens, want hij is er zijn
brief prominenten mee begonnen. In 1:3 schrijft hij: Geprezen zij de God en
Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons
opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood.'
Christen worden is dus niets minder dan
opnieuw geboren worden. Nieuw leven beginnen, van binnenuit. Nieuwe identiteit.
Maar hoe begint dat dan?
In 1:3 zei Petrus: dat begint bij de
opstanding van Jezus. Zoals hij opstond uit de dood, zo mag je als gelovige ook
opstaan in een nieuw leven. En wat Petrus niet noemt maar waar hij wel aan
denkt is de doop en de belijdenis. Als een mens onder water gaat en weer
bovenkomt is dat symbool van wat er geestelijk met je gebeurt als je tot geloof
in Jezus komt: je oude bestaan krijgt de doodsteek, een nieuw bestaan wordt geboren.
In de lezing van vandaag legt Petrus
echter nog een ander accent. Wedergeboorte is vrucht van het zaad van het
woord. De woorden van het goede nieuws van Jezus zijn als zaden, die in ons kunnen
ontkiemen. Geloven begint ergens altijd met woorden, woorden die hoofd en hart
raken, veranderen. Die woorden vallen op hun plek, liggen soms even en dan
ontkiemen ze tot een nieuw begin.
Christen zijn betekent opnieuw geboren
zijn. Nieuwe gelovigen zullen dat misschien duidelijker ervaren dan anderen.
Maar de vraag is: is dit ook met ons gebeurd? Is dit ook onze identiteit?
*Christen worden betekent dus opnieuw
geboren worden. Er is een fase in het geloof dat je als een pasgeboren
zuigeling bent, zegt Petrus in 2:2. Voor veel van zijn lezers was letterlijk
zo: ze waren nog maar net tot geloof gekomen. Voor sommigen van ons is dat ook
zo, voor anderen ligt die tijd achter hen. Maar hoe dan ook: het is niet de
bedoeling dat we ze zuigelingen blijven. Er is groei nodig en dus voeding.
Welnu, die voeding noemt Petrus 'de
zuivere melk van het woord'. De woorden van God zijn niet alleen als zaden, die
leven wekken, maar ook als melk dat het leven voedt en laat groeien. Nu is het
voor pasgeboren babies zo dat een instinctief verlangen hebben naar melk, maar
in het geloof moeten we daar in elk geval óók toe worden aangespoord. 'Verláng
naar die zuiver melk', zegt Petrus in vers 2 en als je naar de context van zijn
woorden kijkt snap je waarom: er zijn ook nog andere verlangens, die niet
zomaar dood zijn. In vers 14 had hij gezegd: 'Geef niet opnieuw toe aan de
begeerten waardoor u vroeger, toen u nog ontwetend was, werd beheerst.'
Hiermee zitten we meteen in het hart
van waar het bij geestelijke groei om gaat, namelijk om het management van je
verlangens en begeerten. Onze verlangens zijn als het ware de kanalen waardoor
onze identiteit gevoed wordt. En het maakt dus veel uit waar je dóór laat
voeden: door de bronnen en vaten van je oude leven of door de moederborst van
het goede nieuws van Jezus. Het komt er opaan, dat je je verlangens op de
juiste bron richt, heel bewust en gretig. Dat je het leven indrinkt, van dag
tot dag. Het leven dat volgens Petrus is te vinden in de woorden van God, zoals
we die in de bijbel vinden. Zijn die woorden echt de melk geworden die ons
voedt?
*Christen zijn betekent dus: een nieuw
leven beginnen met de opgestane Christus, om vervolgens te groeien door de melk
van Gods woorden. Dat zóu allemaal puur persoonlijk en individueel kunnen
gebeuren, zoals veel zoekers vandaag dat het liefste zien. Maar Petrus maakt
duidelijk, dat dat wat God betreft allemaal veel te smal en veel weinig is. We
komen pas echt tot onze bestemming - tot Góds bestemming - zo zegt hij, als ons
leven deel wordt van een veel groter bezield verband. En voor dat bezielde
verband gebruikt hij het beeld van de tempel.
Voor het volk Israël was de tempel in
Jeruzalem hét geestelijke centrum bij uitstek. Dáár was God te vinden, daar
wilde hij wonen. En Petrus, met zijn Joodse achtergrond, was daar maar al te vertrouwd
mee. Maar rond de kruisdood en de opstanding van Jezus was er naar het besef
van de vroegste christenen is radicaals gebeurd: door het offer dat Jezus met
zijn leven bracht was de tempel overbodig geworden. Nog voor dat de Romeinen
het gebouw in 70 verwoestten was God, zo geloofden zij, al aan de bouw van een
nieuwe tempel begonnen: een geestelijke tempel, opgebouwd uit levende stenen,
namelijk de levens van hen die in Jezus geloofden. Stukje bij beetje, verspreid
over de wereld, ontstond er zo een nieuwe tempel, waarvan Jezus de hoeksteen
is.
Tot geloof komen betekent dus ook: als
levende steen te worden ingevoegd in dat bouwwerk van God. Maar net als bij dat
verlangen naar melk vraagt ook dit om een keuze. 'Vóeg u bij hem, de levende
steen', zegt Petrus, ' en láát u ook zelf als levende stenen gebruiken.'
Probeer niet in je eentje te geloven of je bestemming te vinden, maar laat je
opnemen in dat prachtige bouwwerk dat God voor zichzelf aan bouwen is.
*Christen worden is: opnieuw geboren
worden, gevoed worden met zuivere melk, bouwsteen worden van Gods geestelijke
tempel. Dat is allemaal al best heel groot. Maar Petrus maakt het nog grote.
Hij zegt: ooit koos God een volk uit om via dat volk de duistere wereld te gaan
verlichten. Dat volk was Israël en in Exodus 19:6 vatte God de missie voor het
volk als volgt samen: 'Kostbaarder dan alle andere volken zullen jullie voor
mij zijn. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk. En eeuwen
later, tijdens een moment van verbondsvernieuwing, zegt God bij monde van de
profeet Jesaja tegen zijn volk: 'Het volk dat ik heb uitgekozen .. het zal mijn
lof verkondigen.' Kostbaarder dan andere volken, koninkrijk van priesters,
heilig, uitgekozen, zijn lof verkondigen. Dat was Gods bedoeling met Israël.
En wat nu zo fascinerend is: aan het
slot van onze lezing past Petrus dit allemaal toe op de gemeenschap van
volgelingen van Jezus. Die gemeenschap - bestaande uit Joden en heidenen die
Jezus zijn gaan volgen - is niet minder dan het door God uitverkoren volk. Het
volk, dat geroepen is om in de wereld Gods lof te verkondigen. Hoog op te geven
over de grote daden van God dus, leven ter ere van hem en er in de wereld van
te getuigen.
Tot geloof komen betekent dus ook dat
je tot een nieuw volk gaat behoren. Een volk dat niet aan grenzen gebonden is,
maar zo multicultureel is als het maar kan. Een volk met een speciale roeping
in de wereld, een hoge missie, waarvan het een voorrecht is om deel uit te
maken. Over identiteit gesproken!
Intussen is het wel een spannend
gegeven dat Petrus zo onbekommerd alle eigenschappen van Israël overhevelt naar
de christelijke gemeente. Heeft Petrus daarmee geen aanleiding gegeven tot de gedachte
dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen en dat God zijn volk heeft
afgeschreven? Het antwoord is, dat Petrus geen tegenstelling tussen Israël en
de gemeente schept, maar juist continuiteit ziet. Hij gebruikt eenvoudigweg de
taal van zijn bijbel, het OT, om te verhelderen wat de missie van de gemeente
is. Maar de geschiedenis heeft geleerd dat het nauw luistert om zijn voorbeeld
te volgen. De christelijke theologie heeft zelfs aanleiding gegeven voor
antisemitisme. Voorzichtigheid is geboden.
*Oké, dit zijn dus volgens Petrus de
basics van het christelijk geloof. Wat zouden deze basics nou heel praktisch
betekenen voor christen-zijn in Amsterdam. Met het oog daarop loop ik de drie
besproken basics nog een keer langs.
Om te beginnen gaat het dan dus om de
vraag hoe wij zó met de woorden van God bezig kunnen zijn dat we er ook echt
geestelijk door groeien. Kijk, die preken van preken van mij zijn natuurlijk
enorm voedzaam; geen kindermelk, maar stevig meergranenbrood met boter en kaas.
Maar als we (ik zelf ook) er niet mee aan de slag gaan, om de woorden echt tot
ons te nemen en in praktijk te brengen, dan worden we er niet door gevoed. Het
is daarom de kunst om steeds weer nieuwe vormen te zoeken om je echt te laten
voeden door de woorden van God. Naast het beluisteren van preken is het
belangrijk om met elkaar in gesprek te zijn, na een dienst, op een kring,
tijdens een cursus. Lees af en toe eens een goed boek (Tim Keller heb ik nu al
zo vaak genoemd, die hebben jullie allemaal wel uit denk ik), een boek dat je
gedachten prikkelt en je ziel voedt. Maar wordt ook stil bij bijbelwoorden,
mediteer erover en spreek erover met God, hoe je realiteit kunnen worden je
leven. Laat je aansporen vandaag door de woorden van Petrus: 'Verlang naar de
zuivere melk (en naar de steviger kost) van het woord van God. Wil je dat ter
harte nemen?
Maar daarnaast is er ook deze
aansporing: 'Laat je als levende steen gebruiken voor de bouw van een
geestelijke tempel.' Laat ik om te beginnen zeggen dat ik ontzettend dankbaar
ben dat velen van jullie dat ook echt doen. Door echt betrokken te zijn bij het
wel en wee van onze gemeente, door allerlei taken te verrichten, door achter de
schermen om te zien naar leden die het moeilijkhebben, door in stilte te bidden
voor alles wat er gebeurt. En natuurlijk door betrokken te zijn bij andere
initiatieven en organisaties, buiten onze gemeente. En je weet zelf of je daar
te veel, te weinig of genoeg in doet. Vanmorgen laten we ons inspireren door
dat prachtige beeld: God die een wereldwijde tempel bouwt van levende stenen en
dat wij daar dan deel van mogen uitmaken. Als je de dingen die jij doet in
Jezus' naam krijgen dus betekenis door een veel groter bezield verband. Het
hartelijke gebaar naar iemand die je verzorgt, het onderhoud van de kerk, buddy
zijn voor een tiener, het bedienen van de beamer, nou ja, noem het haar, het
maakt deel uit van de bouw van een geestelijke tempel. Een goede reden dus om
het ons te laten zeggen vanmorgen: 'Laat je als een levende steen gebruiken
voor de bouw van een geestelijke tempel.'
En tenslotte: Ook wij hebben het
voorrecht deel uit te maken van het volk dat God uitkoos om zijn grote daden te
verkondigen. Het is een voorrecht om deel uit te mogen maken van een volk met
een vredesmissie, een missie om licht in het duister te brengen.
Als we deze woorden lezen op 4 mei
beseffen we dat ook deze gevaarlijk kunnen zijn. Op het moment dat we woorden
'uitverkoren volk' of 'volk met een missie' gaan gebruiken lopen we altijd het
gevaar dat we misbruik van die positie gaan maken. In de afgelopen week waren
Gerdine en ik in Berlijn en we kwamen onder de indruk van de manier waarop daar
het oorlogsverleden levend wordt gehouden. We bezochten ook de Wannsee, de
villa waar op 20 januari 1942 14 topfuncitionarisen van de nazi's samenkwamen
en in 90 minuten te besloten dat 11 miljoen europese Joden zouden moeten worden
uitgeroeid door middel van vergassing. Toen ik daar stond en de documenten las
besefte ik dat dit gebeurde vanuit een ideologie waarin Duitsland als het
uiverkoren volk werd gezien, met een missie in de wereld die dwars door alles
heen doorgezet moest worden. Een verschrikkelijke missie, wel te verstaan. En
we moeten dus goed beseffen dat de missie die Petrus voor ogen heeft een
vredesmissie is, een missie om mensen uit de duisternis tot het licht te laten
komen. Om dáár deel van uit te maken is een enorm voorrecht.
Ervaren wij dat ook zo, of vinden het
vooral moeilijk en spannend? Laat ik dit ter bemoediging zeggen: de laatste
paar jaar zijn er echt tekenen hier in Amsterdam dat God zelf mensen uit de
duisternis roept tot zijn licht. Hij brengt ze op wonderlijke manieren op de
weg van het evangelie - hier, in de JK, in de Noorderkerk, onze
partnergemeente, in Westerwijk en op allerlei ander plekken. En alles wat wij
hoeven te doen is: open zijn en ruimte geven, om zo te kunnen spreken over de
grote daden van God in Jezus de opgestane. Ik ben er vast van overtuigd dat God
in de komende tijd ook jullie, ook onze gemeente, wil gebruiken om mensen tot
geloof in Christus te brengen. Zijn jullie daar klaar voor?
*Petrus brengt ons vandaag even back to
basics. De basis is dat Jezus is opgestaan en dat wij door hem opnieuw geboren
mogen worden tot een nieuw leven. Laten we uit die basis leven en geloven.
Amen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten