zondag 4 mei 2014

1 Petrus 1:22-2:10 De basics van het christelijk geloof

Soms is het fijn als de basics van het christelijk geloof op een rijtje worden gezet. Dat is zeker fijn voor zoekers die zich afvragen wat het betekent om christen te worden. Voor je een stap zet, moet je wel weten waar je je in begeeft, nietwaar?  Maar het is net zo goed fijn voor mensen die al heel lang christen zijn. Even back to basics gaan is van tijd tot tijd nodig om verder te groeien.

Welnu, de eerste brief van de apostel Petrus doet precies dát: hij zet, zeker aan het begin van het betoog, de basics van het christelijk geloof helder op een rij. Hij doet dat voor mensen die vaak nog niet zo heel lang christen zijn en nog volop aan het zoeken zijn naar hun nieuwe identiteit. Ze hebben een oud leven achter zich gelaten, zijn een nieuw leven begonnen, maar nu is de vraag: hoe ziet dat leven eruit? En daar schetst Petrus dan een paar contouren van.

Ik moet zeggen dat ik het een gouden greep van het oecumenisch leesrooster vindt om in de periode tussen Pasen en Pinksteren déze brief te laten lezen. Met Pasen hebben we immers gevierd dat we vanuit de opstanding van Jezus een nieuw leven mogen beginnen, dat er een nieuwe wereld is open gegaan. Maar als je er dan over nadenkt wat dat beteken dan heb je toch meer voeding nodig, gedachten die je de wegwijzen. Nou, dat is wat deze brief ons biedt: voedsel voor het denken van paaskinderen, van mensen die met Jezus zijn opgestaan in een nieuw leven. En om dat denken te vergemakkelijk heb ik 4 thema's uit de lezing van vandaag gedestilleerd. Vier heel basale thema's over wat het betekent om christen te zijn.

*Het eerste thema is meteen ook echt de basis, namelijk: wedergeboorte. Petrus gebruikt die term in vers 23, als hij zijn lezers 'mensen die opnieuw zijn geboren noemt'. Dat is geen nieuw thema, trouwens, want hij is er zijn brief prominenten mee begonnen. In 1:3 schrijft hij: Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood.'

Christen worden is dus niets minder dan opnieuw geboren worden. Nieuw leven beginnen, van binnenuit. Nieuwe identiteit. Maar hoe begint dat dan?

In 1:3 zei Petrus: dat begint bij de opstanding van Jezus. Zoals hij opstond uit de dood, zo mag je als gelovige ook opstaan in een nieuw leven. En wat Petrus niet noemt maar waar hij wel aan denkt is de doop en de belijdenis. Als een mens onder water gaat en weer bovenkomt is dat symbool van wat er geestelijk met je gebeurt als je tot geloof in Jezus komt: je oude bestaan krijgt de doodsteek, een nieuw bestaan wordt geboren.

In de lezing van vandaag legt Petrus echter nog een ander accent. Wedergeboorte is vrucht van het zaad van het woord. De woorden van het goede nieuws van Jezus zijn als zaden, die in ons kunnen ontkiemen. Geloven begint ergens altijd met woorden, woorden die hoofd en hart raken, veranderen. Die woorden vallen op hun plek, liggen soms even en dan ontkiemen ze tot een nieuw begin.

Christen zijn betekent opnieuw geboren zijn. Nieuwe gelovigen zullen dat misschien duidelijker ervaren dan anderen. Maar de vraag is: is dit ook met ons gebeurd? Is dit ook onze identiteit?
*Christen worden betekent dus opnieuw geboren worden. Er is een fase in het geloof dat je als een pasgeboren zuigeling bent, zegt Petrus in 2:2. Voor veel van zijn lezers was letterlijk zo: ze waren nog maar net tot geloof gekomen. Voor sommigen van ons is dat ook zo, voor anderen ligt die tijd achter hen. Maar hoe dan ook: het is niet de bedoeling dat we ze zuigelingen blijven. Er is groei nodig en dus voeding.

Welnu, die voeding noemt Petrus 'de zuivere melk van het woord'. De woorden van God zijn niet alleen als zaden, die leven wekken, maar ook als melk dat het leven voedt en laat groeien. Nu is het voor pasgeboren babies zo dat een instinctief verlangen hebben naar melk, maar in het geloof moeten we daar in elk geval óók toe worden aangespoord. 'Verláng naar die zuiver melk', zegt Petrus in vers 2 en als je naar de context van zijn woorden kijkt snap je waarom: er zijn ook nog andere verlangens, die niet zomaar dood zijn. In vers 14 had hij gezegd: 'Geef niet opnieuw toe aan de begeerten waardoor u vroeger, toen u nog ontwetend was, werd beheerst.'

Hiermee zitten we meteen in het hart van waar het bij geestelijke groei om gaat, namelijk om het management van je verlangens en begeerten. Onze verlangens zijn als het ware de kanalen waardoor onze identiteit gevoed wordt. En het maakt dus veel uit waar je dóór laat voeden: door de bronnen en vaten van je oude leven of door de moederborst van het goede nieuws van Jezus. Het komt er opaan, dat je je verlangens op de juiste bron richt, heel bewust en gretig. Dat je het leven indrinkt, van dag tot dag. Het leven dat volgens Petrus is te vinden in de woorden van God, zoals we die in de bijbel vinden. Zijn die woorden echt de melk geworden die ons voedt?
*Christen zijn betekent dus: een nieuw leven beginnen met de opgestane Christus, om vervolgens te groeien door de melk van Gods woorden. Dat zóu allemaal puur persoonlijk en individueel kunnen gebeuren, zoals veel zoekers vandaag dat het liefste zien. Maar Petrus maakt duidelijk, dat dat wat God betreft allemaal veel te smal en veel weinig is. We komen pas echt tot onze bestemming - tot Góds bestemming - zo zegt hij, als ons leven deel wordt van een veel groter bezield verband. En voor dat bezielde verband gebruikt hij het beeld van de tempel.

Voor het volk Israël was de tempel in Jeruzalem hét geestelijke centrum bij uitstek. Dáár was God te vinden, daar wilde hij wonen. En Petrus, met zijn Joodse achtergrond, was daar maar al te vertrouwd mee. Maar rond de kruisdood en de opstanding van Jezus was er naar het besef van de vroegste christenen is radicaals gebeurd: door het offer dat Jezus met zijn leven bracht was de tempel overbodig geworden. Nog voor dat de Romeinen het gebouw in 70 verwoestten was God, zo geloofden zij, al aan de bouw van een nieuwe tempel begonnen: een geestelijke tempel, opgebouwd uit levende stenen, namelijk de levens van hen die in Jezus geloofden. Stukje bij beetje, verspreid over de wereld, ontstond er zo een nieuwe tempel, waarvan Jezus de hoeksteen is.

Tot geloof komen betekent dus ook: als levende steen te worden ingevoegd in dat bouwwerk van God. Maar net als bij dat verlangen naar melk vraagt ook dit om een keuze. 'Vóeg u bij hem, de levende steen', zegt Petrus, ' en láát u ook zelf als levende stenen gebruiken.' Probeer niet in je eentje te geloven of je bestemming te vinden, maar laat je opnemen in dat prachtige bouwwerk dat God voor zichzelf aan bouwen is.
*Christen worden is: opnieuw geboren worden, gevoed worden met zuivere melk, bouwsteen worden van Gods geestelijke tempel. Dat is allemaal al best heel groot. Maar Petrus maakt het nog grote. Hij zegt: ooit koos God een volk uit om via dat volk de duistere wereld te gaan verlichten. Dat volk was Israël en in Exodus 19:6 vatte God de missie voor het volk als volgt samen: 'Kostbaarder dan alle andere volken zullen jullie voor mij zijn. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk. En eeuwen later, tijdens een moment van verbondsvernieuwing, zegt God bij monde van de profeet Jesaja tegen zijn volk: 'Het volk dat ik heb uitgekozen .. het zal mijn lof verkondigen.' Kostbaarder dan andere volken, koninkrijk van priesters, heilig, uitgekozen, zijn lof verkondigen. Dat was Gods bedoeling met Israël.

En wat nu zo fascinerend is: aan het slot van onze lezing past Petrus dit allemaal toe op de gemeenschap van volgelingen van Jezus. Die gemeenschap - bestaande uit Joden en heidenen die Jezus zijn gaan volgen - is niet minder dan het door God uitverkoren volk. Het volk, dat geroepen is om in de wereld Gods lof te verkondigen. Hoog op te geven over de grote daden van God dus, leven ter ere van hem en er in de wereld van te getuigen.

Tot geloof komen betekent dus ook dat je tot een nieuw volk gaat behoren. Een volk dat niet aan grenzen gebonden is, maar zo multicultureel is als het maar kan. Een volk met een speciale roeping in de wereld, een hoge missie, waarvan het een voorrecht is om deel uit te maken. Over identiteit gesproken!

Intussen is het wel een spannend gegeven dat Petrus zo onbekommerd alle eigenschappen van Israël overhevelt naar de christelijke gemeente. Heeft Petrus daarmee geen aanleiding gegeven tot de gedachte dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen en dat God zijn volk heeft afgeschreven? Het antwoord is, dat Petrus geen tegenstelling tussen Israël en de gemeente schept, maar juist continuiteit ziet. Hij gebruikt eenvoudigweg de taal van zijn bijbel, het OT, om te verhelderen wat de missie van de gemeente is. Maar de geschiedenis heeft geleerd dat het nauw luistert om zijn voorbeeld te volgen. De christelijke theologie heeft zelfs aanleiding gegeven voor antisemitisme. Voorzichtigheid is geboden.



*Oké, dit zijn dus volgens Petrus de basics van het christelijk geloof. Wat zouden deze basics nou heel praktisch betekenen voor christen-zijn in Amsterdam. Met het oog daarop loop ik de drie besproken basics nog een keer langs.

Om te beginnen gaat het dan dus om de vraag hoe wij zó met de woorden van God bezig kunnen zijn dat we er ook echt geestelijk door groeien. Kijk, die preken van preken van mij zijn natuurlijk enorm voedzaam; geen kindermelk, maar stevig meergranenbrood met boter en kaas. Maar als we (ik zelf ook) er niet mee aan de slag gaan, om de woorden echt tot ons te nemen en in praktijk te brengen, dan worden we er niet door gevoed. Het is daarom de kunst om steeds weer nieuwe vormen te zoeken om je echt te laten voeden door de woorden van God. Naast het beluisteren van preken is het belangrijk om met elkaar in gesprek te zijn, na een dienst, op een kring, tijdens een cursus. Lees af en toe eens een goed boek (Tim Keller heb ik nu al zo vaak genoemd, die hebben jullie allemaal wel uit denk ik), een boek dat je gedachten prikkelt en je ziel voedt. Maar wordt ook stil bij bijbelwoorden, mediteer erover en spreek erover met God, hoe je realiteit kunnen worden je leven. Laat je aansporen vandaag door de woorden van Petrus: 'Verlang naar de zuivere melk (en naar de steviger kost) van het woord van God. Wil je dat ter harte nemen?

Maar daarnaast is er ook deze aansporing: 'Laat je als levende steen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel.' Laat ik om te beginnen zeggen dat ik ontzettend dankbaar ben dat velen van jullie dat ook echt doen. Door echt betrokken te zijn bij het wel en wee van onze gemeente, door allerlei taken te verrichten, door achter de schermen om te zien naar leden die het moeilijkhebben, door in stilte te bidden voor alles wat er gebeurt. En natuurlijk door betrokken te zijn bij andere initiatieven en organisaties, buiten onze gemeente. En je weet zelf of je daar te veel, te weinig of genoeg in doet. Vanmorgen laten we ons inspireren door dat prachtige beeld: God die een wereldwijde tempel bouwt van levende stenen en dat wij daar dan deel van mogen uitmaken. Als je de dingen die jij doet in Jezus' naam krijgen dus betekenis door een veel groter bezield verband. Het hartelijke gebaar naar iemand die je verzorgt, het onderhoud van de kerk, buddy zijn voor een tiener, het bedienen van de beamer, nou ja, noem het haar, het maakt deel uit van de bouw van een geestelijke tempel. Een goede reden dus om het ons te laten zeggen vanmorgen: 'Laat je als een levende steen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel.'

En tenslotte: Ook wij hebben het voorrecht deel uit te maken van het volk dat God uitkoos om zijn grote daden te verkondigen. Het is een voorrecht om deel uit te mogen maken van een volk met een vredesmissie, een missie om licht in het duister te brengen.

Als we deze woorden lezen op 4 mei beseffen we dat ook deze gevaarlijk kunnen zijn. Op het moment dat we woorden 'uitverkoren volk' of 'volk met een missie' gaan gebruiken lopen we altijd het gevaar dat we misbruik van die positie gaan maken. In de afgelopen week waren Gerdine en ik in Berlijn en we kwamen onder de indruk van de manier waarop daar het oorlogsverleden levend wordt gehouden. We bezochten ook de Wannsee, de villa waar op 20 januari 1942 14 topfuncitionarisen van de nazi's samenkwamen en in 90 minuten te besloten dat 11 miljoen europese Joden zouden moeten worden uitgeroeid door middel van vergassing. Toen ik daar stond en de documenten las besefte ik dat dit gebeurde vanuit een ideologie waarin Duitsland als het uiverkoren volk werd gezien, met een missie in de wereld die dwars door alles heen doorgezet moest worden. Een verschrikkelijke missie, wel te verstaan. En we moeten dus goed beseffen dat de missie die Petrus voor ogen heeft een vredesmissie is, een missie om mensen uit de duisternis tot het licht te laten komen. Om dáár deel van uit te maken is een enorm voorrecht.

Ervaren wij dat ook zo, of vinden het vooral moeilijk en spannend? Laat ik dit ter bemoediging zeggen: de laatste paar jaar zijn er echt tekenen hier in Amsterdam dat God zelf mensen uit de duisternis roept tot zijn licht. Hij brengt ze op wonderlijke manieren op de weg van het evangelie - hier, in de JK, in de Noorderkerk, onze partnergemeente, in Westerwijk en op allerlei ander plekken. En alles wat wij hoeven te doen is: open zijn en ruimte geven, om zo te kunnen spreken over de grote daden van God in Jezus de opgestane. Ik ben er vast van overtuigd dat God in de komende tijd ook jullie, ook onze gemeente, wil gebruiken om mensen tot geloof in Christus te brengen. Zijn jullie daar klaar voor?
*Petrus brengt ons vandaag even back to basics. De basis is dat Jezus is opgestaan en dat wij door hem opnieuw geboren mogen worden tot een nieuw leven. Laten we uit die basis leven en geloven.


Amen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten