zondag 1 december 2013

Prekenserie Vrouwen uit de stamboom van Jezus - Tamar (Genesis 38 & Matteus 1:1-6

In de stamboom van Jezus, zoals de evangelist Mattheüs die beschrijft, komen vier vrouwen voor. Stuk voor stuk zijn het vrouwen met een bijzonder verhaal. En stuk voor stuk zijn het verhalen die het voor ons gevoel nogal onwaarschijnlijk maken dat juist déze vrouwen tot de voorouders van Jézus worden gerekend. Dát dat zo is, zegt echter meteen iets over het Evangelie, het goede nieuws van Jezus, dat we in deze Adventstijd overdenken. Het Evangelie zet de wereld vaak op zijn kop, doordat de meest onwaarschijnlijke mensen en gebeurtenissen een sleutelrol in de geschiedenis krijgen. Juist dáár schuilt dan ook de hoop in en de verwachting die ook wij uit die Adventsgeschiedenissen mogen putten.

Vandaag zetten we de schijnwerper op de eerste vrouw die Mattheüs noemt: Tamar. Tamar was een Kanaänitische vrouw, die door een huwelijk met de zoon van Juda in de familiekring van het nog prille volk Israël terecht komt. Dat volk is daarom nog zo pril, omdat het nog maar een paar generaties geleden is dat God Abraham riep en hem de belofte gaf dat hij zijn God wilde zijn én dat uit hem een heel volk zou voortkomen waarmee God een speciale bedoeling had.

Je zou dus verwachten deze Tamar volop geluk ten deel zal vallen, maar het tegendeel is het geval. De ene ramp volgt op de andere en uitgerekend door haar schoonvader wordt ze op een bepaald moment domweg aan de kant gezet. Maar wat mensen ten kwade bedenken, wordt door God ten goede gekeerd en Tamar wordt recht gedaan. Dat maakt dit tot een echte Adventsgeschiedenis met een indrukwekkende Adventsboodschap. Laten maar eens goed kijken wat hier gebeurt.



*Het verhaal begint met Juda, de zoon van Jakob. Die besluit op een dag om de wereld in te trekken en vriendschap te gaan sluiten met anderen. Hij sluit zich aan bij Chira, een man uit Adullam en waarschijnlijk betekent dat dat ze samen een zaak beginnen. En zoals dat gaat: in Adullam valt hij voor een vrouw, waar hij mee trouwt en waar hij kinderen mee krijgt. Vanaf het begin staat er een enorme spanning op het hele gebeuren, want Juda, de man die drager was van Gods beloften aan Abraham, lijkt zich aan de gemeenschap van die beloften te onttrekken. En in de bijbel rust daar meestal geen zegen op.

Maar goed, het verhaal spitst zich toe op de vrouw van zijn oudste zoon Er. Die Er raakt blijkbaar helemaal van God los en als gevolg daarvan sterft hij. Hoe dat zit en kan roept natuurlijk meteen allerlei vragen op, maar die moet ik nu laten liggen. Waar het vandaag om gaat is, dat na de dood van Er een gebruik uit die dagen van kracht wordt, wat inhoudt dat de volgende zoon – Onan in dit geval- de plaats van zijn overleden broer inneemt. Later zal dit gebruik ook een plek krijgen in de Thora, onder de naam zwagerhuwelijk.  De gedachte daarachter was, dat er op die manier een kind zou kunnen komen dat op naam van de eerste man zou komen te staan, zodat deze het geslacht kon voortzetten.

In dat licht snappen we dan ook waarom het handelen van Onan zo zwaar wordt aangerekend. Telkens als hij gemeenschap met Tamar heeft gaat hij - om het maar even plat te zeggen - voor het zingen de kerk uit en laat zijn zaad op de grond terecht komen. Heel lang is in de kerk geleerd dat het in dit verhaal over zelfbevrediging  zou gaan. Het inmiddels verouderderde woord 'onanie' - tegenwoordig noemen we dat masturbatie- komt dan ook van de naam Onan. Maar over zelfbevrediging gaat het hier dus niet, het gaat erover dat Onan zich aan zijn zwagerplicht onttrekt. Dat komt ook hem duur te staan en dan is voor Juda de maat vol. Hij zegt: Tamar, jij moet maar een tijdje terug naar huis, om dat wachten tot de volgende zoon oud genoeg is. Maar hij bedoelt natuurlijk: daar ga ik mijn derde zoon niet aan wagen. En zo wordt Tamar uitgerangeerd.


*Ja, dat is wat er gebeurt. Tamar wordt uitgerangeerd. Ze wordt het slachtoffer van drie mannen in haar leven.

Eerst van haar eerste echtgenoot, Er. Wat hij precies op zijn geweten had weten we niet, maar in elk geval was het kwaad in de ogen van de Heer. Hij doet Tamar dus op een indirecte manier kwaad, namelijk door zich niets aan te trekken van God of gebod. Dat kost hem zijn leven, maar raakt Tamar ook diep.

Vervolgens wordt ze het slachtoffer van haar tweede echtgenoot, Onan. Hij doet Tamar op een heel directe manier kwaad, want hij onthoudt haar (en de familie) waar ze recht op heeft: een kind.

En tenslotte wordt ze het slachtoffer van haar schoonvader. Hij kiest voor zijn eigen belang en gaat daarmee in tegen de verordeningen van zijn tijd. Misschien dacht hij dat de dood van zijn zoons iets te maken had met deze vrouw, dat ze kwade krachten bezat. We weten het niet, maar feit is wel dat Tamar terug kan naar haar vader en moeder. Als verloofde van Sela, weliswaar, maar wat die belofte waard is?

Het slachtoffer van mannen. Ik moet zeggen dat ik als man heel erg geraakt word door dit verhaal. Want ik besef maar al te goed, dat wat hier beschreven wordt maar niet een incident is, maar voor zoveel vrouwen in door de eeuwen heen bittere realiteit. Wij mannen hebben vrouwen zo vaak en zo vreselijk tekort gedaan, met onze vermeende rechten of onze hoogmoedige zonden, daar zijn gewoon geen woorden voor. Maar dit verhaal geeft er woorden aan, misschien ook wel aan de pijn en het verdriet van veel vrouwen die hier vanmorgen zijn. Dat wil ik om te beginnen maar benoemen.



*Tamar wordt dus slachtoffer van tenminste drie mannen. Maar met des te meer bewondering zit ik dan te kijken naar de manier waarop Tamar zich daar onderuit vecht. Tamar is namelijk een sterke vrouw, die niet van plan is zich zomaar aan de kant te laten zetten, als willoos slachtoffer. Tamar bedenkt een list!

Op een dag krijgt ze te horen dat haar schoonvader op weg is naar wat waarschijnlijk een schaapsscheerdersfeest is. Juda is inmiddels weduwnaar geworden en heeft de in die tijd verplichte rouwperiode afgesloten. Nu is het tijd voor een feestje, het leven gaat door.

En dat brengt Tamar op een plan. Rondom dat soort feesten waren in die tijd namelijk ook altijd prostituees te vinden. Dat waren echter geen gewone prostituees, maar gewijde prostituees, die vaak aan een heiligdom verbonden waren. En het idee was, dat seksuele gemeenschap met een van die dames de vruchtbaarheid zou bevorderen, bijvoorbeeld van de schaapskudde. En als zo'n gewíjde prostitituee verkleedt Tamar zich, zo blijkt uit het Hebreeuwse woord wat hier gebruikt wordt.

Nou, om een lang verhaal kort te maken: het plan werkt. Juda ziet haar zitten en na de lange rouwperiode waarin er geen vrouw in zijn leven was wordt zijn begeerte aangewakkerd. Hij vraagt of ze hem van dienst wil zijn en ze sluiten een deal. De prijs is een geitenbokje, de normale prijs in die tijd, zoals blijkt uit Ri. 15, een verhaal over Simson. Dat bokje zegt Juda toe, maar Tamar - ook niet gek- eist een onderpand en dat krijgt ze. Zijn staf en het snoer met zijn zegel, dat er ongeveer zo uit zag (foto). Daarna hebben ze gemeenschap en Tamar wordt zwanger. Daar was het haar om te doen. Haar plan is gelukt. Ze zal een kind krijgen, een kind dat de naam van haar eerste man zal krijgen.


*Maar de climax van het hele verhaal moet nog komen. De eer van Tamar moet nog hersteld worden. En dat gebeurt op twee manieren.

Om te beginnen komt Juda tot de erkenning dat Tamar rechtvaardig is en hij niet. Maar het gaat echt over het randje. Als bekend wordt dat Tamar zwanger is, komt de geruchtenmachine op gang en gebeurt wat in moslimlanden nog steeds gebeurt: Tamar wordt beschuldigd van hoererij en ter dood veroordeeld. Opnieuw dreigt ze het slachtoffer te worden, nu van een cultuur waarin mannen hun gang kunnen gaan en vrouwen altijd het onderspit delven. Maar als Tamar Juda confronteert met zijn eigen daad, erkent hij eerlijk dat hij fout was en zij niet. In vers 26 zegt hij ‘zij is onschuldig, maar ik niet’.  Maar de Naardense bijbel vertaalt het veel letterlijker zó: ‘Een rechtvaardige is zij en ik niet, omdat ik haar niet heb gegeven aan mijn zoon Sela!’ Een rechtvaardige is zij. Is dat niet prachtig? Tamar is een tsaddik, een rechtvaardige. Iemand die dus behoort tot de degenen die Gods wil zoeken en doen. Het is de hoogste onderscheiding die een mens in het OT kan krijgen. Een rechtvaardige is zij. En de verteller van het verhaal neemt de kwalificatie over. Groter eerherstel is niet denkbaar.

De tweede manier waarop ze eerherstel krijgt is met de geboorte van haar kinderen. Tamar blijkt een tweeling te verwachten. Bij de geboorte vindt nog weer eens zo’n omkering plaats die we ook bij andere tweelingen tegenkomen: het kind dat als eerste een handje naar buiten steekt wordt op het nippertje nog ingehaald door zijn broertje. Die jongste krijgt de naam Peres – doorbraak betekent die naam. En dit kind zal het eerherstel voor Tamer groter maken dan ze ooit zal kunnen beseffen: hij zal de stamvader worden van Boaz, van David en van Jezus. Tamar wordt een aartsmoeder van Israël en uit haar worden koningen en uiteindelijk de Messias geboren!

*Wat een bijzonder verhaal is dit he? Ontroerend mooi gewoon. Wat zou dit voor ons kunnen betekenen?

Om te beginnen denk ik dit: dit verhaal leert ons hoe de rechtvaardigheid van God werkt. De bijbel neemt het hier echt op voor het recht van deze vrouw tegenover het onrecht dat haar door mannen wordt aangedaan. Als we echt willen begrijpen hoe bijzonder dit is en hoe heftig, dan moet je je goed bedenken dat deze geschiedenis zich afspeelt in een patriarchale samenleving, waar mannen het in veel opzichten voor het zeggen hadden. Zo’n samenleving als we ze nu in allerlei islamitische landen vinden. Zoals we weten vinden we ook in de bijbel allerlei sporen van die patriarchale samenleving terug, maar hier neemt de bijbel het dus echt op voor de vrouw. Dat ze zich niet willoos aan de kant laat zetten of sprakeloos naar de brandstapel laat leiden wordt niet veroordeeld, maar juist erkend als een daad van een tsaddik, een gehoorzame aan de tora. Ik denk dus ook dat alle vrouwen in de wereld hier moed uit kunnen putten wanneer ze het slachtoffer zijn geworden of dreigen te worden van mannen. Ze mogen zich aangemoedigd weten om op te staan en hun recht te zoeken, in de zekerheid dat God achter hen staat. En mannen worden gewaarschuwd (hun) vrouwen niet tekort te doen, maar ze juist recht te doen naar Gods wil. Zij is een rechtvaardige en ik niet. Laat dat zinnetje voor ons allemaal een herinnering zijn aan Gods doel met mannen en vrouwen.

Een tweede toepassing gaat over de manier waarop God zijn plannen en beloften vervult. Daarover gaat het eigenlijk de hele bijbel door, maar vooral in Adventsverhalen. Het thema wat steeds terugkeert is, dat mensen in onmogelijke situatie terecht komen, waar dan de belofte van God tóch niet op stukloopt! Wat is de belofte van God achter dit verhaal? Nou, dat is de belofte die God aan Abraham gaf, dat uit hem een groot volk zou voortkomen, dat een zegen zou zijn voor alle volken. Maar door het gedoe van die mannen rondom Tamar komt juist die belofte op het spel te staan. Als het aan hen had gelegen was de lijn van de generaties doorbroken. Maar gelukkig lag het niet aan hen, maar pakte God die lijn weer op, met behulp van een onwaarschijnlijke list van Tamar. En daarom voeden die Advenstverhalen ook altijd weer onze hoop: als onze wegen dood lijken te lopen, is God bij machte toch weer een nieuwe weg te openen, richting zijn toekomst. En zo zal het gaan, met het hele plan van God, daar lijkt soms ook niks van terecht te komen of over te blijven. Maar Gods beloften zúllen vervuld worden.

En dan tenslotte: het is zo veelzeggend, dat deze geschiedenis van Tamar deel uitmaakt van de voorgeschiedenis van Jezus. Zijn hele stamboom zit vol met dit soort bizarre geschiedenissen die je niet zou bedenken. En dat is nou precies wat Jezus zo typeert: wie hij is en wat hij komt doen dat bedenk je niet. Dat kon God alleen bedenken. Hij is de rechtvaardige bij uitstek, degene die de wil van God op volmaakte wijze zal vervullen. En in die vervulling neemt hij dus al die kromme geschiedenissen van ons mensen mee. Die van Tamar, maar ook die van Juda en – zo mogen we hopen – zelfs die van Er en Onan. En dus ook die van u en jou en mij. Als Jezus al die geschiendenissen tot de zijne heeft gemaakt – en omgekeerd: als die geschiedenissen Jezus maakten tot wie hij is – dan mogen we hopen en geloven dat dat ook voor ónze levensgeschiedenis geldt. Ons hele leven, met al die momenten dat ook wij van het padje raakten, ons niet aan Gods bedoelingen hielden, onrecht leden en de kracht vonden om ons recht te zoeken, dat hele leven heeft Jezus opgenomen in het zijne. En zo wil hij ook ons tot rechtvaardigen maken, door ons hele bestaan voor zijn rekening te nemen. Dat is wat Advent ons doet geloven en verwachten.

Amen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten