De afgelopen tijd ben ik
veel bezig geweest met het thema 'ruimte'. En dan niet theoretisch, maar heel
praktisch. Ik geef twee voorbeelden.
Op 7 november hield ik de
eerste Bijbelklasavond bij VanBoven. Met een groepje van drie vrouwen 'van
buiten' en één 'van binnen' zijn we de Bijbel gaan verkennen. Twee van de drie
deelnemers vroegen toen ze zich opgaven heel nadrukkelijk naar de ruimte die ik
hen zou bieden. Dat was voor hen echt een voorwaarde om mee te doen. Ze willen
heel graag kennis maken met de Bijbel, daar zoveel mogelijk over horen, maar
daar dan ook echt hun eigen gedachten over kunnen vormen. Als het mijn bedoeling was hen ergens van te
overtuigen zou dat voor hen een belemmering zijn om mee te doen. Ik heb hen
plechtig beloofd dat dat niet mijn bedoeling is en tot mijn grote vreugde kreeg
ik aan het eind van de avond terug dat dit ook niet gebeurd is. Er was dus
ruimte.
Een ander voorbeeld. In de
afgelopen jaren hebben veel verschillende mensen hun eigen plekje gevonden in
het huis van de Jeruzalemkerk. Mensen met verschillende kerkelijke
achtergronden, maar ook mensen zonder kerkelijke achtergrond. Die mensen namen
natuurlijk allemaal hun eigen gedachten en overtuigingen mee. En telkens weer
merk ik hoe spannend dat is, zeker als het om mensen gaat zonder christelijke
achtergrond. Tijdens gesprekken -
persoonlijk en in groepjes - word ik telkens weer verrast door het feit dat
mensen soms echt heel anders denken dan ik of dan wat in onze kerk vanouds
vertrouwd was. En dat roept dan de vraag op: hoe ga ik daar mee om? Ga ik er
tegen in? Ga ik in discussie? Of laat ik de Bijbel zijn werk doen en stel ik
mezelf bescheiden op? Steeds vaker kies ik voor het laatste. En dat geeft
mensen dan ruimte om echt door de Bíjbel te worden aangesproken en niet door de
ideeën van de kerk of de dominee.
Ik ben me zeer bewust van
het feit dat ruimte geven in de kerk nooit vanzelf spreekt. Op allerlei
manieren kunnen we elkaar de maat nemen en in de weg lopen. In die ruimte
moeten we ons steeds weer oefenen, allereerst voor onszelf (hoeveel ruimte
gunnen we ons zelf eigenlijk?) maar dan ook voor de ander. De kerk is ook wat
dat betreft een oefenruimte.
Maar waar gaat het om in
dat ruimte geven? In elk geval niet om onverschilligheid of ongelimiteerde
vrijheid! Want in het centrum van de ruimte ligt een open Bijbel en die laten
we steeds weer aan het woord komen, waardoor de ruimte telkens gevuld wordt met
woorden die ons aanspreken, te denken geven, corrigeren of bevestigen. Van dat
woord probeer ik dienaar te zijn - wat mij betreft de mooiste naam voor een
predikant, dienaar van het Woord - en ik hoop dat iedereen in de kerk dat ook
doet.
Die Bijbel in het midden
maakt mij telkens weer ontspannen. Het is niet aan mij om mensen te overtuigen,
dat moet die Bijbel zelf doen. Alles wat mij te doen staat is: ruimte scheppen,
niet in de weg lopen, dienstbaar en onbevangen zijn. Want als de Bijbel niet
overtuigt, kan ik het zeker niet.
Hoi Bas Ik kreeg dit via Harm Rebels facebook onderogen....echt helemaal mee eens.Sinds ruim twee jaar leid ik een ontmoetings
BeantwoordenVerwijderenkring waar vooral mensen aan deel nemen die nauwelijks met het christelijk geloof bekend zijn Juist het samen lezen in het Woord is heerlijk en ik sta versteld wat de Geest met het Woord doet...
Wij kunnen niet overtuigen...maar wel getuigen.Veel zegen bij alles wat je doet in Christus verbonden Janny Joosse