vrijdag 8 juni 2012

Bijbellezen met politiemensen

(Deze blog schreef ik voor de website van de Jeruzalemkerk)

Op de Zuid-As weten ze het al langer, maar ik heb het nu toch echt ook zelf ervaren: de relevantie van bijbelverhalen voor mensen die in een organisatie of een bedrijf werken. Ik was uitgenodigd door de School voor Politie Leiderschap om met een groep het begrip vertrouwen te verkennen. Aanleiding was de bezinning binnen de politieorganisatie om meer te gaan sturen op vertrouwen dan op controle, een ontwikkeling die veel breder speelt in onze samenleving, bijvoorbeeld bij de belastingdienst.

Ik had besloten die avond gewoon maar iets te vertellen over hoe vertrouwen werkt in de Bijbel en in de christelijke traditie. In het eerste deel van mijn verhaal verkende ik het begrip vertrouwen op woordniveau en in de verbanden waarin het begrip voorkomt in het Oude en het Nieuwe Testament. In het tweede deel lazen we het verhaal uit het Evangelie wat op indrukwekkende wijze beschrijft hoe geschonden vertrouwen wordt hersteld: het herstel van Petrus na zijn verloochening van Jezus (Johannes 21). Kern van dit verhaal is, dat Jezus tot drie maal toe aan Petrus vraagt of hij hem liefheeft. Ik heb die vraag vertaald als de vraag naar Petrus' loyaliteit aan Jezus en de gemeenschap die hij had verzameld. Een vraag, die bij iedere organisatie niet minder dan de vertrouwensbasis is.

Na deze inleiding ontstond een naar mijn smaak fascinerend gesprek, waarin al snel duidelijk werd dat met name dat verhaal uit Johannes 21 op heel veel punten raakt aan de dagelijkse praktijk in een organisatie als de politie. Het bijbelverhaal vormde op zijn minst een spiegel voor de huidige praktijk, maar werkte ook zeer verhelderend in het opsporen van allerlei patronen en knelpunten in menselijk samenwerken en samenleven. Het werd al met al een enerverende avond, waar ik nog steeds niet helemaal van bekomen ben.

Eén van mooiste reacties uit de groep vond ik deze: wat fijn dat we vanavond nu eens gewoon het verhaal van onze eigen christelijke cultuur en traditie op tafel hebben en niet een of andere exotisch oosterse visie of managementtheorie. Dat was precies wat ik ook constateerde: de waarden die in het Evangelieverhaal zo dynamisch aanwezig zijn liggen ook nog volop onder de oppervlakte van onze westerse cultuur. En de werking van zo'n bijbelverhaal is, dat wat vaak impliciet aanwezig is opeens in alle helderheid aan de oppervlakte komt. Het blijkt te raken wat mensen diep van binnen - ook als ze helemaal niet kerkelijk zijn - kennen en geloven.

De vraag die na deze avond voortdurend bij me is luidt: hoe kunnen we mogelijkheden creëren om met mensen vandaag weer een eenvoudigweg bijbelverhalen te lezen? Ook als mensen er niet gelovig van worden kan het ze wel enorm inspireren en helpen om in leven en werk tot verdieping te komen.


Op de Zuid-As hadden ze dat als gezegd al begrepen. Daar gebeurt in verschillende Bijbelklassen niet anders. Hier ligt blijkbaar een wezenlijke roeping voor de kerk vandaag.