dinsdag 7 juni 2011

Lucas 24: 52 Een vreugdevol afscheid

Verkondiging op hemelvaartsdag 2011 in de Jeruzalemkerk te Amsterdam,
door ds. Bas van der Graaf


Orde van dienst
Welkom en mededelingen

Voorbereiding
Intochtslied:  Psalm 47: 1
Stil gebed
Bemoediging en groet
Zingen: Psalm 47: 2 en 3

Geloofsbelijdenis van Nicea
Zingen: Gezang 228

-Bijbellezing: -Daniël 7: 9-10, 13-14
                -Lucas 24: 49-53
    
-Tekst voor de verkondiging: Lucas 24:52

Zingen: Psalm 93

-Verkondiging, met als thema: Een vreugdevol afscheid!

Zingen: Gezang 229: 1, 3 en 5
Dankgebed
Inzameling van de gaven
Zingen: Opwekking 181 Majesteit

Zegen



Gemeente, gasten in ons midden,

Het doet wel een beetje merkwaardig aan, dat de leerlingen na het afscheid van hun geliefde Meester 'in grote vreugde' terugkeren naar Jeruzalem. Afscheid en vreugde zijn immers geen natuurlijke metgezellen, tenminste niet als het om het afscheid van een geliefde gaat. Bij iemand die je niet kunt luchten of zien ligt dat natuurlijk anders, maar daarvan is hier geen sprake. De leerlingen hielden ontzettend veel van Jezus en toch verkeren ze na het afscheid in grote vreugde. Een vreemde combinatie. Zou dat misschien de reden zijn dat in sommige handschriften juist die woorden 'met vreugde' ontbreken? Dat een overschrijver heeft gedacht: dat zal wel niet kloppen, en de woorden maar weg liet?

Hoe dan ook: voor de evangelist Lucas was het bepaald geen vergissing! Integendeel, voor hem is met deze vreugde de cirkel van zijn Evangelie rond. Slechts twee keer gebruikt Lucas het woord vreugde in zijn evangelie. De eerste keer doet hij dat helemaal aan begin, bij de geboorte van Jezus. De engel die aan de herders de geboorte van Jezus komt verkondigen zegt: 'Zie, ik verkondig gróte blijdschap. Vandaag is voor jullie de Heiland geboren.' Aan het begin van het Lucasevangelie wordt de blijdschap dus verkóndigd. En hier, aan het einde ervan, wordt die blijdschap dus erváren, diep in het hart, door leerlingen die onderweg al die grote dingen hadden zien gebeuren: Jezus' onderwijs, zijn wonderen, zijn lijden, zijn sterven, zijn verschijning na de opstanding. En nu dus zijn hemelvaart. Professor Versteeg zegt daarvan: 'Door het volbrachte werk van Jezus worde grote blijdschap van een boodschap vóór mensen tot een werkelijkheid ván mensen.'

De hemelvaart van Jezus en het bijbehorende afscheid vormen dus het voorlopige hoogtepunt van zijn werk op aarde. En daarom kan hemelvaartsdag een feest vol vreugde zijn. Afscheid en vreugde vormen op deze dag een schíjnbare tegenstelling!
Maar waar zijn de leerlingen dan concreet zo blij over? Dat blijkt uit de verschillende elementen van wat Lucas vertelt. Die wil ik maar gewoon opsommen vanmorgen.



*Ik stel voor dat we vanuit vers 52 gaan teruglezen om zo de concrete bronnen van vreugde op het spoor te komen. Als we dat doen stuiten we eerst op de zegenende handen van Jezus. Dit is wat Lucas ervan vertelt: 'Daar (in Betanië) hief Jezus zijn handen op en zegende hen. Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen.'

De laatste aanblik die de leerlingen van Jezus hadden was dus op zijn zegenende handen. Een veelbetekenend gebaar, dat dat de leerlingen (maar ook ons) met vreugde vervulde. Want wat betekenen die zegenende handen? Niet minder dan: ik blijf met jullie, alle dagen. De zegen heeft in de Bijbel een veelkleurige reeks aan betekenissen, maar de kern ervan is toch altijd dit, dat God als de levende met zijn volk wil meetrekken. Die zegenende handen zijn dus veel meer dan zwaaiende handen. Zwaaiende handen zeggen: dag, ik ga weg, misschien tot ziens. Zegenende handen zeggen: ik ga weg, maar blijf ook. En het zijn die zegenende handen, die in de naam van de Vader, de Zoon en de Geest iedere week over de gemeente worden uitgespreid, zodat de gemeente met die herinnering de week in kan.

De zegenende handen van Jezus zijn daarom de éérste bron van vreugde die we hier ontmoeten. Ze betekenen allereerst een persoonlijke vreugde. We staan er niet alleen voor in ons leven, hoe zeer dat soms ook het geval lijkt. Hoe diep het er soms doorheen gaat, hoe hopeloos het uitzicht ook is, die zegenende handen zeggen: Vrees niet, ik ben met je, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld. Ik laat je niet los, ik laat je niet vallen. Maar boven op dat persoonlijke is het ook een vreugde voor de gemeenschap van Jezus' volgelingen. Het is met Jezus' hemelvaart niet voorbij, maar het gaat nu juist beginnen. Jezus bevestigt met zijn zegen, dat er een gemeente zal ontstaan die een roeping in de wereld heeft. In die roeping wordt de gemeente bevestigd door de zegenende handen van haar Heer.

De zegen is zo een bron van diepe vreugde.
*Maar er is nog een bron van vreugde en dat is de belofte die Jezus heeft gegeven. We lezen hem in vers 49, waar Jezus zegt: 'Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost.'

De belofte van de Vader. Welke belofte is dat? Dat is de belofte van de Heilige Geest. Een belofte die we in allerlei bewoordingen in het Oude Testament kunnen vinden. Ik zal er een paar noemen. Jesaja 44: 3: 'Ik zal water uitgieten op dorstige grond, waterstromen over het droge land. Ik zal mijn geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen.' De Geest als levensbron voor dorre levens. Ezechiël 36:27: 'Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn wetten leven en mijn regels in acht nemen.' De Geest als krachtbron om in gehoorzaamheid aan God te leven. En natuurlijk Joël 2: 28-29: 'Ik zal mijn geest uitgieten over al wat leeft. Jullie zonen en dochters zullen profeteren, oude mensen zullen dromen dromen, en jongeren zullen visioenen zien.' De Geest als bron van geestelijke gaven voor de opbouw van de gemeente.

Díe beloften - en ook nog andere- zal de Vader gaan vervullen, zegt Jezus. En dát die beloften vervuld worden is de eerste bron van vreugde. Want vervulling van de beloften betekent dat ze betrouwbaar zijn gebleken. Daar kun je soms aan twijfelen: al die beloften die we in de Bijbel vinden, wat zal ervan terecht komen? Maar juist dan is het zo belangrijk én vreugdevol om te ontdekken dat al die grote gebeurtenissen in het leven van Jezus - zijn geboorte, zijn lijden en sterven, zijn opstanding- niet zomaar gebeurtenissen zijn, maar vervulling van Gods beloften.

En ook déze belofte van de Vader, de belofte van de Geest zal vervuld worden. Zover is het nog niet, maar de hemelvaart van Jezus, met zijn zegenende handen, geeft de leerlingen de blijde overtuiging dat ook dít zal gebeuren! En ook wíj worden dus aangemoedigd om onze vreugde te vinden in Gods beloften! Elke dag opnieuw!
*Maar de kern van de belofte voor de leerlingen is toch wel, dat Jezus zegt: ‘jullie zullen kracht uit de hemel ontvangen’. Dat is wat de Geest vooral voor hen zal doen en betekenen: hij zal hen vervullen met hemelse kracht. En daar zullen ze vooral verheugd over zijn geweest.

Maar waarom juist daarover? Nou, Jezus had hen hiervoor een enorme opdracht gegeven. De opdracht om ‘in zijn naam alle volken op te roepen om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven.’’Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem.’ Een enorme opdracht, inderdaad. Ze wisten wel waar ze moesten beginnen –in Jeruzalem, de stad van God, waar anders?- maar niet hoe het verder zou moeten en waar het zou eindigen. We zouden dus kunnen verwachten, dat ze met lood in de schoenen en gebogen schouders naar Jeruzalem terug zouden keren.

Maar dat doen ze dus niet, want Jezus had hun ‘kracht uit de hemel’ beloofd. Kracht dus om het onmogelijke mogelijk te maken. Kracht om als eenvoudige vissers met een in veler oren vreemd verhaal toch een ingang te vinden bij de volken en hen nog te overtuigen ook. Kracht om tegenslagen te overwinnen, moedeloosheid te boven te komen, vrijmoedig te spreken, steeds weer nieuwe kansen te zien en met vreugde te werken in Jezus’ naam.

Verheugen wij ons ook over die belofte van hemelse kracht, gemeente? En ervaren we die kracht ook? Wij leven immers al na Pinksteren en mogen ervan verzekerd zijn dat die hemelse kracht inmiddels overvloedig is uitgestort over alle volken, dus ook over ons! Is het geen grote vreugde voor ons, dat de Geest van Christus zo overvloedig beschikbaar is, voor ieder die gelooft? Er is kracht beschikbaar, voor ons persoonlijke leven, maar ook voor de gemeente waar we deel van uitmaken. Dat ervaren we toch hoop ik wel, ook vandaag?


*Het afscheid van Jezus is dus een bron van vreugde, vanwege de zegen en vanwege de belofte. Vreugde voor ons eigen leven en vreugde voor de kerk. Nu zit een flink deel van onze gemeente vanaf vanmiddag op de gemeentedagen in Helvoirt. Het thema van die gemeentedagen is: Kerk in uitvoering. Het gaat over kerkzijn in de stad en over onze betrokkenheid bij die missie. Het lijkt me mooi om vanuit dit gedeelte wat lijnen naar dat thema door te trekken. Wat betekent het voor de kerk in uitvoering dat Jezus is opgevaren naar de hemel?

Dan zou ik allereerst willen zeggen dat we het werk in de kerk met vreugde mogen doen. Diezelfde vreugde die de leerlingen van Jezus met zich meedragen hun nieuwe taak in mogen ook wij meedragen. Dat lijkt met als het om het kerkelijk leven vandaag gaat geen helemaal overbodige opmerking, want er zijn veel onrustbarende berichten over de kerk. De leerlingen gingen op weg met de verwachting dat de ene na de andere gemeente zou ontstaan, wij leven met het perspectief dat op dit moment tientallen alleen al protestantse kerken per jaar hun deuren sluiten. Zouden we daar niet heel somber van worden?

Ja, als we alleen naar de feiten en de omstandigheden kijken zeker. Maar nergens in de Bijbel is het zo dat de vreugde is gefundeerd in de feiten of de omstandigheden! De bijbelse vreugde is gefundeerd in Godzelf, in Jezus Christus en zijn beloften. Dus als het er op aankomt putten we onze vreugde niet uit hoe het met de kerk gaat, maar uit Hem die de Heer van de kerk is. Daarbovenóp is er dan gelukkig ook vaak nog heel veel in de omstandigheden waarover we ons kunnen verheugen, zoals we dat toch denk ik ook echt van onze gemeente kunnen zeggen. We leven onder de zegenende handen van Jezus, maar zien dat ook terug in vele concrete zegeningen en tekenen van zijn nabijheid.

Laten we ons daarom met vreugde inzetten voor de gemeente, op welk plekje dan ook.
*Met vreugde ons werk doen. Dat is de eerste betekenis van de hemelvaart van Christus voor de de kerk in uitvoering. De tweede betekenis zou ik zó willen omschrijven: werken in de kerk is ook altijd een kwestie van vreugdevol wachten. Wachten? Ja, wachten. Dat was immers het eerste wat de leerlingen te doen stond: terugkeren naar de stad, totdat ze kracht uit de hemel zouden ontvangen. Jezus zegt: ‘jullie moeten in de stad blijven’. (Tussen twee haakjes: altijd als ik die woorden van Jezus lees heb ik de neiging om dat toe te passen in de zin van: zie je wel, christenen moet in de stád blijven en niet massaal naar de dorpen trekken; maar hoe waar dat ook is, dat zegt Jezus hier niet.). Jezus zegt tegen zijn leerlingen dat ze in de stad Jeruzalem moeten blijven ‘totdat ze kracht uit de hemel hebben gekregen’ en daarna moeten ze de wereld in. Waar het dus om gaat is dat de grote opdracht van de leerlingen begint met wachten op de Geest.

Dat is voor ons een belangrijke les. Werken in de kerk begint eigenlijk altijd met wachten op de Geest. Hoe zouden we plannen met koninkrijksperspectief  kunnen maken als ze niet zouden worden geboren vanuit het wachten op de Geest? Hoe zouden we ooit de energie vinden om wat voor werk ook te doen, als we niet eerst zouden wachten op de Geest? Hoe zouden we er op kunnen hopen een kans op getuigezijn te ontvangen als die niet zouden samenhangen met het wachten op de Geest? Wachten op de Geest – biddend wachten- is de basis van alles wat we in de kerk doen.

Maar waar wachten ons nogal eens zwaar valt en zelf frustrerend is (je zal maar 2 ½ week moeten wachten op je examenuitslag) is wachten op de Geest een vreugdevolle zaak. Want in zekere zin weten we waaróp we wachten. We wachten op de Geest die belóófd is, de Geest die kracht zal geven om Gods werk te doen, de Geest waarvan alleen de belofte je al enthousiast maakt. De wachttijd van de Geest is geen lege tijd, maar een tijd gevuld van verwachting en daarom ook inspirerend en vreudgdevol.
*Al met al is het afscheid van Jezus met zijn hemelvaart een vreugdevolle aangelegenheid. En dan is het tenslotte ook goed om even te kijken hoe de leerlingen van Jezus die wachttijd nu eigenlijk doorbrengen. Lucas beschrijft dat zo: 'Ze brachten hem hulde en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem, waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden.'

Kortom: de leerlingen houden in de wachttijd vooral de lofprijzing gaande. Telkens en telkens gaan ze naar de tempel om daar God te loven. En dat dóen ze, nadat ze eerst de ten hemel varende Jezus hulde hebben bewezen. Met andere woorden: ze hebben hem vereerd als God.

Waarom doen ze dit? De reden is eenvoudig: de hemelvaart van Christus openbaart op allerlei manieren de heerlijkheid van God. Die woorden uit Daniël 7 die we gelezen hebben, ze blijken hun vervulling te hebben gekregen in de Opgestane Jezus die naar de hemel opvoer. Die woorden uit Daniël 7 waren in die dagen heel bekend en gaven richting aan de Messiasverwachting. Dus als de leerlingen zich probeerden voor te stellen wat hemelvaart van hun meester concreet zou inhouden, dan zouden ze het waarschijnlijk zo zeggen: toen 'zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.

Als dit de betekenis van hemelvaart is, is er dan een andere reactie denkbaar dan die van de lofprijzing? Ik denk het niet. Laten ook wij hem daarom hulde brengen, hem loven en prijzen. Met vreugde!!

Amen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten