woensdag 14 mei 2014

Orthodox en vernieuwend

Bijdrage aan het EO-symposium ‘Kerk in verval .. of in verandering?’.

Het gehele symposium, inclusief deze bijdrage, is te bekijken op:


De Jeruzalemkerk in Amsterdam-West kent een bewogen geschiedenis van verandering, verval en wederopstanding. In de snel veranderende cultuur van de stad en de buurt moest ze zichzelf steeds opnieuw uitvinden, regelmatig balancerend op het randje van de afgrond. Anno 2014 is de Jeruzalemkerk een jonge, vitale maar ook kwetsbare gemeenschap in een dynamische buurt van de stad. Een gemeente die onderweg zaken en mensen verloren is, maar ook telkens weer nieuwe mensen weet te verbinden, de laatste tijd in toenemende mate ook nieuwe gelovigen.

Wat houdt onze gemeenschap staande en gaande op dit moment? Feit is dat we steeds minder kunnen terugvallen op geijkte en vertrouwde kaders. Of het nu gaat om liturgische vormgeving, om de definitie van lidmaatschap en zelfs als het gaat om de leer: op niets van dit alles kunnen we nog vanzelfsprekend terugvallen. Telkens moeten we zoeken naar manieren waardoor mensen zich kunnen verbinden aan Christus en de gemeenschap van zijn leerlingen. Dat dit spannend is en voor sommige mensen bijna ondraaglijke onzekerheid met zich meebrengt hoef ik neem ik aan niet uit te leggen.

Toch zitten we de afgelopen jaren doorgaans niet in de verliesmodus, integendeel. Met vreugde en hernieuwde energie zijn we gaan ontdekken dat al die op het eerste gezicht onzekere factoren ook veel ruimte bieden voor herontdekking van het evangelie en voor de ontmoeting met zoekers die vinders worden. We zijn een soort laboratorium voor de kerk van de toekomst geworden, om een uitdrukking van Stefan Paas te gebruiken.

Het wegvallen van afgebakende buitengrenzen van de gemeente stimuleerde ons om te ontdekken wat ons samenbindt vanuit de kern. Jaren geleden vond ik daarvoor bij Hirsch en Frost, in hun boek The Shaping of Things to Come, een metafoor die prominent in ons beleidsplan terecht is gekomen. In Australië hebben veeboeren vaak enorme kuddes die ze weiden op enorme vlakten. Daarbij is het ondenkbaar de kudde bij elkaar te houden door een hek. Wat ze doen is dit: ze brengen de dieren bij een bron, waar de dieren uit drinken, even vandaan lopen en weer terugkeren. Zo wordt de kudde vanuit de bron bijeen gehouden.

En eigenlijk is dat op dit moment het geheim van onze gemeente. In het hart van de gemeenschap ligt de open bijbel, in alle kwetsbaarheid, als bron van levend water. De bijbel dus, niet een kerkelijke leer of een geijkte visie. De bijbel, die in alle veelkleurigheid aan het woord mag komen. En rondom de bijbel verzamelen zich mensen, in kerkdiensten, in cursussen, op kringen, in persoonlijke gesprekken. Vaak gebeurt dat op de galerij in de kerk, die we inmiddels hebben verbouwt tot ontmoetingsruimte en waar we, bij kaarslicht en met eten ontmoeting organisren. We hebben een bijbelklasje waar 5 a 6 mensen zonder enige kerkelijke achtergrond onbevangen zitten te lezen. We hebben een verdiepingscursus waar zoekers en belijdeniscatechisanten samen optrekken om, volgens het oecumenisch leesrooster, te ontdekken wat de bijbel in hun leven betekent. En in cirkels daaromheen organiseren we  bijvoorbeeld filmavonden voor de buurt waar we 300 aanwezige jonge hippe Amsterdammers dan vrijmoedig uitnodigen om ook eens bijbel te komen lezen wat sommigen nog doen ook.

En op een of andere manier is het gelukt om daar ruimte te scheppen voor heel verschillende mensen. Mensen ervaren ruimte om vanuit hun eigen zoektocht en met hun eigen gedachten te proeven hoe het levende water van de Bijbelse boodschap smaakt. Ruimte om in hun eigen tempo te groeien en tot overgave aan Christus te komen. Niet vrijblijvend, maar ook niet dwingend. Het is de ruimte van de vrijheid in Christus, denk ik.

Misschien is dat wel mijn grootste ontdekking in mijn Amsterdamse jaren. Dat orthodoxie niet gelijk staat aan starre stolling, maar juist ruimte schept voor steeds weer nieuwe mensen om zich te verbinden met Jezus Christus en zijn gemeenschap. In de afgelopen drie jaar lieten 7 nieuwe gelovigen zich dopen in de Paasnacht (door onderdompeling trouwens, omdat dat symbool paste bij de radicaliteit van hun geloofskeuze). Een grotere groep haakte niet af maar bleef of raakte verbonden. Met elkaar proberen we zo te leven in de ruimte die God schept met zijn eigen woorden. Een ruimte die open is naar buiten, met alle kwetsbaarheden en kansen van dien. In die ruimte geloof ik, te midden van alle afval en verandering.


Als ik tenslotte drie adviezen mag geven: schep ruimte, geloof in de kracht van de bijbel en vrees niet op de rand van de afgrond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten