Steeds meer gereformeerde twintigers beleven
meer aan de vormen en rituelen uit de Rooms Katholieke en vroegkerkelijke
traditie dan aan de hedendaagse praisemuziek, betoogt Bas van der Graaf tijdens een
studiedag van Kontekstueel ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van dit
tijdschrift.
Mijn
uitgangspunt is dat de liturgie en de liedcultuur
van een gemeente dienstbaar moeten zijn aan het innen én het uiten van het
geloof op het niveau van hoofd, hart en lichaam.
Ik geloof
dat dit juist in de gereformeerde traditie altijd beseft is. Door te zingen
geeft de gemeente uiting aan het geloof en de geloofervaring, maar int zij het
geloof ook. Dat gebeurt op het niveau van het hoofd (we moeten weten wat we
zingen) maar ook op het niveau van het hart (we ervaren ook wat we zingen) en
zelfs op het niveau van het lichaam (bijvoorbeeld door het ritme). Maar welke
liederen zijn daar vandaag werkelijk dienstbaar aan?
Op grond
van mijn ervaring in Amsterdam moet ik (zeker ook tot mij spijt) tot de
volgende stelling komen: De klassieke
liederen van de kerk (Geneefse Psalmen, Gezangen uit het Liedboek) sluiten qua
taal en muzikaliteit niet meer aan bij de belevingswereld van steeds meer
mensen vandaag en schieten dus tekort met het oog op het in stelling 1
gestelde. Dat is een stevige stellingname en ik ben zeker niet van plan me
er zomaar bij neer te leggen, maar hij doet wel recht aan de feiten. Ik zie het
voor mijn ogen gebeuren als we zingen: de mond beweegt, maar het hart zit er
niet zichtbaar in en of het hoofd wordt aangesproken vraag ik me ook af. Uit
wat vooral jonge mensen me vertellen constateer ik op zijn minst dat ze echt
moeite hebben om mee te komen in de (muzikale) taal van die liederen. En dat
zijn bij ons niet de liederen uit de Oude Berijming, maar die van het Liedboek
van de kerken. Uiteraard geldt dit niet voor iedereen, maar ik zie zeker een
trend.
Een paar
jaar geleden volgde ik een door prof. Kees van de Kooi en Kees van Setten geven
cursus over 'gemengde liedculturen'. Zijn voerden daar een pleidooi dat ik
sindsdien in mijn hart heb gesloten en in een stelling op tafel leg: In onze tijd is een gemengde liedcultuur
nodig, waarbij klassieke liederen worden aangevuld en versterkt door liederen
uit andere tradities. Voor het woord mengen werd tijdens de cursus het
woord 'blending' gebruikt. Niet in de zin van een 'blender', maar in de zin van
het mengen van smaken en geuren op zo'n manier dat ze afzonderlijk te proeven
of te ruiken zijn. Willen we vandaag de dag onze gemeenten het geloof door
middel van liturgie en lied laten innen én uiten dan zal daarvoor naar een
gemengde liturgie moeten worden gezocht. En wereldwijd lijkt die zoektocht
juist in protestantse kerken volop gaande. Het is daarbij mijn groeiende
overtuiging dat juist een gemengde liturgie een nieuwe generatie kan helpen om
zich ook de oude liederen toe te eigenen.
Maar
waarmee moet de klassieke liturgie dan gemengd worden? Ik denk in twee
richtingen. De eerste: Opwekkingsliederen
komen ten dele tegemoet aan het innen en uiten van het geloof voor mensen
vandaag en moeten worden aangevuld met onder andere Taizéliederen, Psalmen voor
Nu en af en toe een goede popsong. Ik erken hiermee, dat we in een gemeente
als de onze (voorlopig?) niet meer om opwekkingsliederen heen kunnen. Ze helpen
in elk geval om het geloof te uiten. Toch is ook de bandbreedte van de
opwekkingliederen te smal en zijn ook hedendaagse liederen uit een ander
register nodig. De genoemde andere liederen helpen ons daarin verder.
De tweede
denkrichting ligt in het verlengde hiervan: Steeds
meer gereformeerde twintigers beleven meer aan de vormen en rituelen uit de
Rooms Katholieke en vroegkerkelijke traditie dan aan de hedendaagse
praisemuziek. Ik zeg het met een slag om de arm, maar bij de jongeren die
ik in de stad ontmoet is er zeker wat van waar.
Misschien
is de situatie in Amsterdam niet vergelijkbaar met veel andere plekken in het
land. Maar als ik het goed beluister leeft in alle gemeenten die zich tot de
gereformeerde traditie rekenen het diepe verlangen naar een liturgie en
liedcultuur die werkelijk dienstbaar is aan het innen en uiten van het geloof.
Daar zullen we wat mee moeten.
Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Dagblad
Hallo Bas, je hebt het duidelijk verwoord. Zo denk ik er ook over. Maar dat wist je waarschijnlijk al. Groeten Cor
BeantwoordenVerwijderen