donderdag 24 oktober 2013

De noodzaak van een gemengde liturgie en liedcultuur

Steeds meer gereformeerde twintigers beleven meer aan de vormen en rituelen uit de Rooms Katholieke en vroegkerkelijke traditie dan aan de hedendaagse praisemuziek, betoogt Bas van der Graaf tijdens een studiedag van Kontekstueel ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van dit tijdschrift.

Mijn uitgangspunt is dat de liturgie en de liedcultuur van een gemeente dienstbaar moeten zijn aan het innen én het uiten van het geloof op het niveau van hoofd, hart en lichaam.
Ik geloof dat dit juist in de gereformeerde traditie altijd beseft is. Door te zingen geeft de gemeente uiting aan het geloof en de geloofervaring, maar int zij het geloof ook. Dat gebeurt op het niveau van het hoofd (we moeten weten wat we zingen) maar ook op het niveau van het hart (we ervaren ook wat we zingen) en zelfs op het niveau van het lichaam (bijvoorbeeld door het ritme). Maar welke liederen zijn daar vandaag werkelijk dienstbaar aan?

Op grond van mijn ervaring in Amsterdam moet ik (zeker ook tot mij spijt) tot de volgende stelling komen: De klassieke liederen van de kerk (Geneefse Psalmen, Gezangen uit het Liedboek) sluiten qua taal en muzikaliteit niet meer aan bij de belevingswereld van steeds meer mensen vandaag en schieten dus tekort met het oog op het in stelling 1 gestelde. Dat is een stevige stellingname en ik ben zeker niet van plan me er zomaar bij neer te leggen, maar hij doet wel recht aan de feiten. Ik zie het voor mijn ogen gebeuren als we zingen: de mond beweegt, maar het hart zit er niet zichtbaar in en of het hoofd wordt aangesproken vraag ik me ook af. Uit wat vooral jonge mensen me vertellen constateer ik op zijn minst dat ze echt moeite hebben om mee te komen in de (muzikale) taal van die liederen. En dat zijn bij ons niet de liederen uit de Oude Berijming, maar die van het Liedboek van de kerken. Uiteraard geldt dit niet voor iedereen, maar ik zie zeker een trend.

Een paar jaar geleden volgde ik een door prof. Kees van de Kooi en Kees van Setten geven cursus over 'gemengde liedculturen'. Zijn voerden daar een pleidooi dat ik sindsdien in mijn hart heb gesloten en in een stelling op tafel leg: In onze tijd is een gemengde liedcultuur nodig, waarbij klassieke liederen worden aangevuld en versterkt door liederen uit andere tradities. Voor het woord mengen werd tijdens de cursus het woord 'blending' gebruikt. Niet in de zin van een 'blender', maar in de zin van het mengen van smaken en geuren op zo'n manier dat ze afzonderlijk te proeven of te ruiken zijn. Willen we vandaag de dag onze gemeenten het geloof door middel van liturgie en lied laten innen én uiten dan zal daarvoor naar een gemengde liturgie moeten worden gezocht. En wereldwijd lijkt die zoektocht juist in protestantse kerken volop gaande. Het is daarbij mijn groeiende overtuiging dat juist een gemengde liturgie een nieuwe generatie kan helpen om zich ook de oude liederen toe te eigenen.

Maar waarmee moet de klassieke liturgie dan gemengd worden? Ik denk in twee richtingen. De eerste: Opwekkingsliederen komen ten dele tegemoet aan het innen en uiten van het geloof voor mensen vandaag en moeten worden aangevuld met onder andere Taizéliederen, Psalmen voor Nu en af en toe een goede popsong. Ik erken hiermee, dat we in een gemeente als de onze (voorlopig?) niet meer om opwekkingsliederen heen kunnen. Ze helpen in elk geval om het geloof te uiten. Toch is ook de bandbreedte van de opwekkingliederen te smal en zijn ook hedendaagse liederen uit een ander register nodig. De genoemde andere liederen helpen ons daarin verder.
De tweede denkrichting ligt in het verlengde hiervan: Steeds meer gereformeerde twintigers beleven meer aan de vormen en rituelen uit de Rooms Katholieke en vroegkerkelijke traditie dan aan de hedendaagse praisemuziek. Ik zeg het met een slag om de arm, maar bij de jongeren die ik in de stad ontmoet is er zeker wat van waar.

Misschien is de situatie in Amsterdam niet vergelijkbaar met veel andere plekken in het land. Maar als ik het goed beluister leeft in alle gemeenten die zich tot de gereformeerde traditie rekenen het diepe verlangen naar een liturgie en liedcultuur die werkelijk dienstbaar is aan het innen en uiten van het geloof. Daar zullen we wat mee moeten.

Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Dagblad

1 opmerking:

  1. Hallo Bas, je hebt het duidelijk verwoord. Zo denk ik er ook over. Maar dat wist je waarschijnlijk al. Groeten Cor

    BeantwoordenVerwijderen