Jezus Christus volgen in onze tijd van overvloed
vraagt dat we ons weer oefenen in de geestelijke disciplines zoals stilte en
vasten, is de overtuiging van ds. B. J.
van der Graaf. Hij sprak vanmiddag
op een studiedag van de Gereformeerde Bond in Doorn over ”Leven met God in een
welvaartstijd”. Een samenvatting.
Wij leven in een tijd van
overvloed. Ook de economische crisis verandert daar voor velen maar weinig aan.
Om te beginnen is er een overvloed aan consumptieartikelen. We verdrinken bijna
in alle spullen die we om ons heen verzamelen. Voor de één zijn het kleren,
voor de ander auto’s en accessoires. Voor mij zijn het boeken en CD’s die
altijd lonken. Ik heb de afgelopen jaren meer boeken gekocht dan ik kon lezen.
Ik had er natuurlijk goede redenen voor, maar het is en blijft een feit dat ik
ze niet meer uitgelezen krijg. Ik heb geen weerstand heb kunnen bieden aan de
overvloed.
In de tweede plaats is er een
overvloed aan informatie- en communicatieprikkels. Ik heb een gewone telefoon,
een mobiele telefoon mét internet, e-mail, een pagina op LinkedIn, abonnementen
op twee kranten, newsfeeds van drie andere kranten, een reeks tijdschriften,
beluister radioprogramma’s en kijk sporadisch tv. En dan is er natuurlijk nog
de druk die je voelt of je toch niet moet gaan twitteren, msn’en of op Hyves
dan wel op Facebook moet gaan. Toen ik dit opschreef, schrok ik: wat een
prikkels, wat een infostress.
Wat zijn de gevolgen van deze
overvloed voor ons levensritme, voor de wereld, voor ons gezin, voor ons
geestelijk leven?
In de eerste plaats lijden we
aan overconsumptie. We kopen nogal wat dingen die we strikt genomen niet nodig
hebben. En omdat regelmatig kopen een soort levensbehoefte is, let je ook maar
niet te veel op of er kinderen aan gewerkt hebben, of het milieu erdoor belast
wordt, of er dierenleed achter schuil gaat. Want eerlijke keuzes op dit gebied
kosten geld, en dat gaat ten koste van je consumptieruimte. En zo zitten we
allemaal, ongewild, in een web van verleiding en begeerte, waardoor het systeem
in stand blijft.
Rustgebrek
In de tweede plaats lijden we
aan rustgebrek. Al die informatie en communicatie zorgen voor enorm veel onrust
in ons levenspatroon, maar ook in ons hart. Ik zie geen jongere meer fietsen
zonder mobieltje in de hand. Voor veel mensen is het lezen van hun mail het
eerste én het laatste wat ze doen op een dag. Het lukt ze niet meer om eerst
stille tijd te houden, omdat ze automatisch hun e-mailprogramma openen.
Is het geloof in Christus
tegen deze overvloed opgewassen? Om te beginnen moeten we maar eerlijk erkennen
dat ons geloof niet of nauwelijks bestand is tegen deze overvloed. In elk geval
is geloof geen natuurlijke dam tegen alles wat op ons afkomt. Daarvoor is
voortdurende bewustwording en oefening nodig. Dat vraagt om een vormgeving van
het geloofsleven die concreet is toegespitst op dit alles.
Leidraad
Een van de manieren om
hiermee bezig te zijn is het gericht zijn op discipelschap in de zin van:
leerling zijn van Jezus Christus. Een schrijver die mij daar erg bij geholpen
heeft is Dallas Willard, die onder andere een boek over de Bergrede schreef.
Hij constateert dat veel Amerikaanse christenen wel heel erg bezig zijn met de
vraag hoe ze opnieuw geboren kunnen worden, maar niet met de vraag hoe ze
kunnen groeien als discipel van Jezus in hun leven van elke dag. Met als gevolg
dat hun karakter niet wordt veranderd naar het beeld van Christus, maar ook dat
ze zich ten diepste laten leiden door de wetten van de wereld en niet door de
lessen van Jezus.
Om een voorbeeld te noemen:
hoeveel christenen proberen echt om Jezus’ opdracht „zoek eerst het Koninkrijk
van God en zijn gerechtigheid en al het andere ontvangt u bovendien” in hun
dagelijks leven als leidraad te hanteren? En hoevelen die zich dat voornamen
zijn na een tijdje niet alsnog moedeloos gestopt? Hoevelen beseffen dat
discipelschap een kwestie is van geestelijk oefenen, elke dag opnieuw?
Juist voor dat oefenen vraagt
Willard aandacht. Daarin is hij niet de enige: het valt op, dat er de laatste
tijd weer veel is geschreven over wat we in de kerk ”geestelijke disciplines”
noemen . Het is al een oud thema –iemand als Voetius schreef er al een dik boek
over, ”De praktijk van de godzaligheid”– maar het is nodig dat in elke tijd
opnieuw te doordenken.
Stilte
De geestelijke disciplines
kun je in twee hoofdgroepen verdelen: de disciplines van toewijding en de
disciplines van onthouding. Onder de disciplines van toewijding vallen onder andere:
Bijbellezen, memoriseren, gebed, dienstbaarheid en viering. Deze oefeningen
helpen ons om ons te richten op God en Zíjn overvloed. Onder de disciplines van
onthouding vallen onder andere eenzaamheid, stilte, soberheid, vasten, orde en
kuisheid. Deze oefeningen zijn vooral gericht op het losraken van ónze
overvloed.
Van één ding ben ik inmiddels
wel overtuigd: wanneer we in een tijd van overvloed daadwerkelijk en van harte
meer en meer discipelen van Jezus Christus willen worden, dan kan dat alleen
wanneer we ons weer oefenen in de geestelijke disciplines. Om dat verder uit te
werken geef ik een paar voorbeelden van geestelijke oefeningen en hun betekenis
met het oog op het omgaan met overvloed.
Om te beginnen één van de
geestelijke disciplines van onthouding: de stilte. Het beoefenen daarvan zou
wel eens de belangrijkste geestelijke oefening kunnen zijn om los te komen uit
het web van informatie- en communicatieovervloed.
Wat ik daarbij van onder
anderen Dallas Willard heb geleerd, is dat het belangrijk is om te beginnen bij
het proeven van de stilte, zonder direct een ander doel na te streven.
Concreet: begin aan het begin van de dag met een paar minuten stilte.
Natuurlijk zul je ontdekken dat je gedachten niet stilstaan, dat je steeds
wordt afgeleid, dat je neiging hebt om…. Dat maakt niet uit. Proef hoe goed
stilte is, wat een geschenk van God.
Als je dat eenmaal geproefd
hebt, ga je ermee oefenen gedurende de dag. Laat je autoradio eerst een tijdje
uit als je instapt. Check je email niet meteen als je opstaat, maar een uur
later. Je voelt je gedrongen ál je kranten te lezen, altijd je telefoon aan te
hebben. Doorbreek dat eens, om stil te worden. Je zult zien wat een zegen dat
is.
Geven
Maar het gaat ook om
beslissingen op de lange termijn. Ooit heb ik besloten geen msn, Hyves of
Facebook te gebruiken, omdat ik vreesde gek te worden van al die opfloepende
schermpjes. Ik zit wel op LinkedIn – het professionele netwerk– en dat is
gelukkig een rustige omgeving. Ik heb besloten niet te gaan Twitteren, hoewel
ik soms twijfel. Het kan nuttig zijn, maar weegt niet op tegen de onrust.
Ik noem nóg een discipline
van onthouding: vasten. Het beoefenen van vasten zou wel eens de belangrijkste
geestelijke oefening kunnen zijn om los te komen van het web van consumptieovervloed.
Ook hier is het belangrijk om
te beginnen bij het oefenen in vasten zonder meer. Begin er eens mee om één
keer in de week een maaltijd of een onderdeel van een maaltijd achterwege te
laten. Gebruik de tijd die je anders nodig hebt om te eten om bijvoorbeeld
Bijbel te lezen. Je oefent je dan in het woord van dat Jezus aanhaalt op
een moment van verzoeking: De mens zal niet leven bij brood alleen, maar bij
ieder woord dat uit de mond van de Heere uitgaat.” Wanneer je dat doet, ontdek
je dat er een overvloed is bij God waarvan je kunt leven. Het is ontzettend
belangrijk om ruimte te scheppen om van die overvloed te proeven.
Als je dat eenmaal geproefd
hebt ga je ermee oefenen in de rest van de week. Weersta de verleiding om een
impulsaankoop te doen. Probeer afstand te nemen van de verleidingen van
reclame. Maar ook hier gaat het om beslissingen met het oog op de lange
termijn. Beslissingen met het oog op consumptie worden heel gemakkelijk
consumptiepatronen. Voor je het weet is er eigenlijk geen ruimte meer om te
geven.
Dat brengt bij een andere
discipline van toewijding: geven. De oefening van het geven is naast vasten
misschien wel de belangrijkste oefening die ons helpt om verbonden te raken met
de overvloed van God.
Ook als het om geven gaat, is
het belangrijk om te beginnen bij geven zonder meer. De afgelopen dankdag hield
ik een preek over het geven van de tienden. Wat mij trof, is dat geven in het
Oude Testament nooit een sluitpost is, maar de openingshandeling. Of het nu om
eerstelingenoffers gaat of om de tienden: het eerste waartoe een Israëliet zich
geroepen wist, was het afzonderen van de gaven. De bedoeling daarvan is
duidelijk: door prioriteit te geven aan geven worden we er steeds aan herinnerd
dat we leven van de geef.
Het is dus een heel
vruchtbare geestelijke oefening om in onze financiële planning te beginnen met
het vaststellen van onze giften en pas daarna te kijken naar onze vaste lasten
en ruimte voor vrije besteding. Op die manier oefenen we ons erin om los te
raken van onze eigen overvloed en dat schept weer ruimte om anders om te gaan
met ons koopgedrag.
Geen wetticisme
Ten slotte, het is belangrijk
om te beseffen dat discipelschap geen kwestie is van moralisme en wetticisme.
Het gaat bij discipelschap onder andere om het aanleren van nieuwe gewoontes en
levenspatronen, om het beoefenen van christelijke deugden, zoals matigheid,
nederigheid enzovoort. Dit alles gaat dus vooraf aan concrete vragen als: „Wat
koop ik wel en wat niet?” en: „Hoe moet ik omgaan met al die
informatiestromen?” In discipelschap gaat het ten diepste om karaktervorming
naar het beeld van Christus en het leven uit de overvloed van zijn leven.
(Eerder verschenen in het Reformatorisch Dagblad)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten